In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 oktober 2024, wordt het beroep van belanghebbende B.V. tegen de WOZ-beschikking 2023 behandeld. Het beroep is ingesteld door mr. D.A.N. Bartels als gemachtigde van belanghebbende. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de gemachtigde geen geldige machtiging heeft overgelegd. De rechtbank heeft de gemachtigde eerder verzocht om dit verzuim te herstellen, maar de overgelegde documenten voldoen niet aan de eisen. De gemachtigde heeft geen recente uittreksels uit het handelsregister overgelegd waaruit blijkt dat hij bevoegd is om namens belanghebbende op te treden. Hierdoor kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordelen en blijft het bestreden besluit in stand. De rechtbank wijst ook de verzoeken om immateriële schadevergoeding en proceskostenvergoeding af, omdat de gemachtigde niet bevoegd is om deze verzoeken in te dienen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.