In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een persoonsgebonden budget (pgb) op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). De aanvraag werd afgewezen door VGZ Zorgkantoor B.V. op 31 maart 2022, en het bezwaar hiertegen werd op 12 oktober 2022 ongegrond verklaard. Eiseres, die lijdt aan Multiple Sclerose en andere ernstige gezondheidsproblemen, verzoekt om zorg in de thuissituatie, maar het Zorgkantoor stelt dat de zorgverlening vanuit medisch oogpunt niet veilig is. De rechtbank heeft de zaak op 2 oktober 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het Zorgkantoor en de medisch adviseur van het Zorgkantoor. De rechtbank concludeert dat het Zorgkantoor zich op goede gronden heeft gebaseerd op het advies van de medisch adviseur, die heeft vastgesteld dat de complexe zorgvraag van eiseres niet veilig en verantwoord in de thuissituatie kan worden geboden. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag voor het pgb terecht is, omdat niet voldaan kan worden aan de verplichtingen voor kwalitatief verantwoorde zorg. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van het Zorgkantoor.