11.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het
voorwaardelijke deelvan de straf
niet ten uitvoerwordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarde:
* dat verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [aangever] , geboren op [geboortedag 2] 1994.
De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
- bepaalt dat
de tijddie verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis
in voorarrestheeft doorgebracht
in minderingwordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende in beslag genomen voorwerpen:
- zilverkleurig horloge van het merk Rolex met goednummer G2716587;
- zilverkleurig horloge van het merk Audemars Piquet met goednummer G2716581;
- zilver-/goudkleurig horloge van het merk Rolex met goednummer G2716591;
- zilverkleurig horloge van het merk Rolex met goednummer G2716578;
- zilverkleurig horloge van het merk Rolex met goednummer G2716620;
- horloge van het merk Rotorcraft met goednummer G2716582;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijke straf, opgelegd door deze rechtbank op 14 maart 2024 en in hoger beroep bevestigd door het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch op 24 februari 2024 onder
parketnummer 20/000803-23,
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten
twee weken jeugd- detentie;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[aangever]van
€ 18.861,50, waarvan € 17.661,50 aan materiële schade en € 1.200,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van € 17.661,50 vanaf 28 september 2024 tot aan de dag der voldoening en over het bedrag van € 1.200,00 vanaf 30 maart 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
Schadevergoedingsmaatregel
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij
[aangever],
€ 18.861,50, te betalen, waarvan € 17.661,50 aan materiële schade en € 1.200,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van
€ 17.661,50 vanaf 28 september 2024 tot aan de dag der voldoening en over het bedrag van € 1.200,00 vanaf 30 maart 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
129 dagengijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. V. Hartman, voorzitter, mr. C.H.W.M. Sterk en mr. L.W. Louwerse, rechters, in tegenwoordigheid van M.C.C. Joosen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 30 oktober 2024.
hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 1 maart 2024 tot en met 30 maart 2024 te [plaats] althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [aangever] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van €11.100, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [aangever] en/of een derde
toebehoorde(n) door
- ( op 1 maart 2024) naar het huis van [aangever] toe te gaan, aan te geven dat de (eerder door [aangever] aan verdachte verkochte) föhns nep/vals waren en/of aan te geven dat [aangever] een schadevergoeding moest betalen en/of [aangever] te zeggen “als je nou niet met compensatie komt en niet betaalt dan kan ik jou hier ook helemaal in elkaar tikken” althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking en/of
- ( op 2 maart 2024) [aangever] te bellen, aan te geven dat ze, verdachten, toch 4600 euro schuldig waren aan hun afnemers en/of hem, [aangever] , te zeggen “je gaat hoe dan ook betalen op de een of andere manier” althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking en/of
- ( op 4 maart) [aangever] te bellen en onder meer te zeggen “Vandaag wil ik die kanker 4600 euro ophalen. Anders stuur ik boys op je af, heb je mij gehoord?” en/of “Ga me niet para laten maken, want ik kom langs jouw pa en ma, ik kom langs die kanker barbershop, plus ik kom langs je kanker huis. En die van je vriendin weet ik ook te vinden. Kies maar.” en/of “Ik ga jou nu een rekeningnummer sturen en binnen een uur landt die pap daar op anders komen wij naar iedereen die jou kent maat. Die barbershop van jou waar je iedere dag aan het werk bent. Wij hebben alles door he maat. Wij weten alles.” en/of “Maat hoor jij niet wat ik zeg. Je maakt me boos he maat. Mij maak je al kanker para en ik kom jouw kanker tanden er al uit slaan als je nou nog verder loopt te zaniken. Laat staan wat patron met jou gaat doen.” en/of “Dit zijn geen grappen he maat. Boeit mij niks dat jij niks hebt. Jij regelt binnen een uur die kanker pap en anders komen wij naar jou toe. En dan gaan wij die dingen heel ander oplossen en dan ga je alsnog betalen. Dus kies maar” en/of “Je hoeft mij niet te vragen of dat is waar. Over een uur land die doekoe op mijn rekening, geef ik het aan die patron. En anders heb je een kanker groot probleem. Kies maar wat jij wil dan doen maat. En wollah wij maken geen grappen he maat. Komen we naar jouw moeder en naar jouw pa toe. Hoor je mij? En je kunt mij ophangen, mij blokkeren, maar gap ik weet waar iedereen woont.” en/of “Die 4600 euro ben jij schuldig aan iemand die heel hoog zit in de criminaliteit. Hoor je mij” althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking en/of
- ( op 30 maart) [aangever] te bellen en vervolgens bij zijn, [aangever] , werk langs te komen en hem te zeggen “je weet wat er moet gebeuren en je weet ook wat er gebeurt als je het niet doet” en/of “je regelt het maar anders klappen we naar binnen” althans woorden van gelijke bedreigende aard en/of strekking.
(art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht,
art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht)