In deze zaak heeft de kinderrechter op 25 januari 2024 een nadere beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2009. De kinderrechter heeft de machtiging voor de duur van één maand toegewezen, met ingang van 7 februari 2024 tot 7 maart 2024. De zaak betreft een verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele, dat een machtiging verzoekt om de minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen. De moeder van de minderjarige heeft ingestemd met het verzoek, hoewel zij ontevreden is over de gang van zaken binnen de jeugdzorginstelling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige nog niet klaar is voor een terug-thuisplaatsing, omdat er nog geen passende school is geregeld en er meer tijd nodig is voor de behandeling van de minderjarige. De kinderrechter heeft benadrukt dat de huidige positieve ontwikkelingen van de minderjarige moeten worden bestendigd en dat er een zorgvuldige overgang naar huis moet plaatsvinden. De kinderrechter heeft ook opgemerkt dat er nog steeds geen zicht is op een vervolgplek voor de minderjarige, wat de noodzaak van de gesloten plaatsing onderstreept. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.