6.3Het oordeel van de rechtbank
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling en twee mishandelingen. Na het gebed in de moskee heeft hij – zonder duidelijke aanleiding – zijn vader een kopstoot gegeven. Nadat zijn vader op de grond was gevallen, heeft hij hem nog meerdere keren tegen zijn hoofd geschopt. Verdachte was aan het schreeuwen in de moskee. Omstander [slachtoffer 2] vroeg hem waarom hij dat aan het doen was. Als reactie daarop stompte verdachte hem op zijn neus. Hij is daarop door de politie aangehouden en naar het cellencomplex gebracht. Aldaar heeft verdachte politieagent [slachtoffer 3] hard tegen zijn been geschopt. Alle slachtoffers hebben letsel opgelopen. De vader van verdachte had een gebroken neus, een hersenschudding, een hersenkneuzing, een opgezwollen linkeroog en een wond aan de achterzijde van zijn hoofd. [slachtoffer 2] had een gekneusde neus en oogkas en [slachtoffer 3] had letsel aan zijn been.
Verdachte heeft met zijn handelen aanzienlijk inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Het is daarnaast een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van geweldsdelicten zich soms nog lang angstig en onveilig kunnen voelen en/of psychische gevolgen van het gepleegde geweld kunnen ondervinden. Het geweld tegen de vader van verdachte en [slachtoffer 2] heeft zich bovendien overdag bij de moskee afgespeeld, waardoor ook omstanders daarmee zijn geconfronteerd. Ook voor hen kan dit een nare en beangstigende gebeurtenis zijn geweest.
Strafblad
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank weegt dit in het nadeel van verdachte mee.
De proceshouding van verdachte
Verdachte heeft op de zitting verteld dat hij zich pas sinds kort bewust is van wat hij op
2 februari 2024 heeft gedaan en dat hij daar erg van geschrokken is. Het ging op dat moment niet goed met hem. Hij heeft spijt van wat er gebeurd is, vooral tegenover zijn vader. Ook aan politieagent [slachtoffer 3] , die op de zitting heeft verteld over de impact die de mishandeling op hem heeft gehad, heeft verdachte zijn excuses aangeboden. Verdachte heeft op de zitting ook laten blijken dat hij vindt dat hij behandeling nodig heeft om te voorkomen dat dit nog een keer gebeurt. Dit alles is op de rechtbank authentiek overgekomen.
Tbs-maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd om verdachte een tbs-maatregel op te leggen. De vragen die de rechtbank in dat kader moet beantwoorden, zijn of verdachte al dan niet (verminderd) toerekeningsvatbaar was ten tijde van de bewezenverklaarde feiten en of de noodzaak bestaat tot het opleggen van een tbs-maatregel, eventueel met voorwaarden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de Pro Justitia-rapportages van psychiater
dr. [psychiater] van 27 mei 2024 en GZ-psycholoog [GZ-psycholoog] van 13 mei 2024. Uit de rapportages blijkt dat bij verdachte sprake is van een bipolaire stoornis type 1 (laatste episode manisch-psychotisch), ADHD (gedeeltelijk in remissie) en een stoornis in het alcohol-, cocaïne en amfetaminegebruik. Ook is er sprake van cluster B persoonlijkheids-trekken. Deze problematiek was ook aanwezig op het moment dat verdachte zijn vader, [slachtoffer 2] en verbalisant [slachtoffer 3] mishandelde en beïnvloedde zijn gedragskeuzes en gedragingen. Beide deskundigen hebben daarom geadviseerd om het bewezenverklaarde op zijn minst in een verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
Zowel de psychiater als de psycholoog schatten het risico op gewelddadig gedrag in de toekomst in als hoog. Bij verdachte is sprake van ernstige psychiatrische problematiek, die momenteel slechts deels in remissie is nu hij in het Penitentiaire Psychiatrisch Centrum verblijft. Verdachte heeft een beperkt ziektebesef en -inzicht, wat maakt dat hij niet vrijwillig interventies zal accepteren om zijn bipolaire stoornis te behandelen. Dit geeft een verhoogd risico dat hij zal stoppen met zijn medicatie. Verdachte heeft dit in het verleden ook al meermalen laten zien, zelfs toen er sprake was van een zorgmachtiging. Dit vergroot de kans dat hij opnieuw psychotisch ontregeld raakt en agressief gedrag vertoont. Daarnaast zijn de factoren die bijdragen aan het weigeren van deze medicatie, bijvoorbeeld voortkomend uit eventuele persoonlijkheidsproblematiek, nog onvoldoende in kaart gebracht. Ook dient algehele onthouding van verdovende middelen te worden nagestreefd.
Om de stoornis van verdachte geheel stabiel te krijgen en het recidiverisico tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen, is een langdurige behandeling nodig in een klinische setting. Binnen deze setting kan voldoende structuur, stabiliteit, toezicht en behandeling geboden worden. Zowel de psychiater als de psycholoog adviseren om tbs met voorwaarden op te leggen met aansluitend daarop een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel.
Ter zitting hebben de psychiater en de psycholoog hun rapporten nader toegelicht. Beide deskundigen zijn van mening dat een tbs met voorwaarden de meest passende afdoening is vanwege de complexe problematiek van verdachte. Andere behandelkaders worden te kortdurend en daarmee ontoereikend geacht.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsrapport van 17 juli 2024. Ook door de reclassering wordt het recidiverisico ingeschat als hoog. Hoewel verdachte de afgelopen jaren al is behandeld, heeft dit niet geleid tot gedragsverandering. Zelfs een zorgmachtiging is ontoereikend gebleken. Verdachte gebruikte alcohol en drugs en was medicatieontrouw. Het is van belang dat verdachte zijn medicatie blijft innemen en dat hij meer ziektebesef en -inzicht krijgt om ontregeling te voorkomen en het recidiverisico te beperken.
Verdachte accepteert inmiddels zijn medicatie vrijwillig en zijn toestandsbeeld en medewerking zijn verbeterd. Hij staat ook open voor een langdurige klinische opname. Hoewel wordt ingeschat dat het een dynamisch toezicht kan worden, ook vanwege de sterk overkomende persoonlijkheid van verdachte, is de reclassering bereid verdachte een kans te geven omdat hij niet eerder klinisch is opgenomen. Geadviseerd wordt daarom om tbs met voorwaarden op te leggen met aansluitend daarop een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel.
Ter zitting heeft [naam] het rapport van de reclassering nader toegelicht. Hoewel verdachte zegt open te staan voor tbs met voorwaarden, heeft de reclassering haar twijfels of verdachte gemotiveerd blijft om zijn medicatie in te nemen. Desondanks wil de reclassering tbs met voorwaarden wel een kans geven. Zij hoopt dat verdachte de noodzaak van het innemen van medicatie in gaat zien.
De rechtbank stelt op basis van het dossier en de hierboven aangehaalde stukken vast dat de gepleegde feiten verdachte verminderd kunnen worden toegerekend en houdt daarmee rekening bij de strafoplegging.
Gelet op de ernst van de feiten, de inhoud van de rapporten en de persoon van verdachte is de rechtbank van oordeel dat de oplegging van tbs met voorwaarden noodzakelijk is om recidive in de toekomst te voorkomen. Alle deskundigen zijn het erover eens dat een langdurige en intensieve vorm van behandeling en begeleiding voor verdachte nodig is om stabiel te kunnen blijven functioneren en niet opnieuw af te glijden in agressieve delictpatronen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich bereid heeft verklaard om zich aan de voorwaarden te houden wanneer die zouden worden opgelegd. De rechtbank neemt ook in aanmerking dat wordt voldaan aan de eisen die de wet stelt aan de oplegging van een tbs-maatregel. Bij verdachte bestond ten tijde van het plegen van de feiten een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. Op de gepleegde poging tot zware mishandeling is een gevangenisstraf van vier jaar of meer gesteld. Daarnaast eist de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel, omdat sprake is van ernstige stoornissen en een hoog recidiverisico. Verder is, mede gelet op wat hiervoor is overwogen, aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit voldaan. Aan de tbs-maatregel zal de rechtbank de door de reclassering in het rapport geadviseerde voorwaarden verbinden.
Ongemaximeerde tbs
De rechtbank stelt vast dat de maatregel wordt opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. De totale duur van de maatregel kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Dadelijke uitvoerbaarheid
Gelet op de noodzaak van een behandeling en omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, zal de rechtbank bevelen dat de tbs met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
Gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank zal niet overgaan tot het opleggen van de gevorderde gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbenemende maatregel. Naar het oordeel van de rechtbank biedt de tbs met voorwaarden in dit geval voldoende mogelijkheden om de behandeling en begeleiding van verdachte vorm te geven, temeer nu het hier gaat om een ongemaximeerde tbs. Er is onvoldoende gebleken dat daarnaast oplegging van een dergelijke maatregel nodig zou zijn.
Gevangenisstraf
Gelet op de aard en ernst van de feiten kan niet worden volstaan met enkel de oplegging van de tbs met voorwaarden. De rechtbank zal daarom aan verdachte ook een gevangenisstraf opleggen. Bij de bepaling van de duur van die straf houdt de rechtbank mede rekening met de verminderde mate waarin de feiten aan verdachte kunnen worden toegerekend.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 267 dagen met aftrek van het voorarrest passend en geboden is en zal dit dan ook aan verdachte opleggen.