ECLI:NL:RBZWB:2024:722

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 januari 2024
Publicatiedatum
7 februari 2024
Zaaknummer
C/02/417792 / FA RK 24/95
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 22 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1993, die momenteel verblijft in de accommodatie Stichting Emergis. De officier van justitie had op 5 januari 2024 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling op 22 januari 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, een psychiater, een verpleegkundige en de mentor van de betrokkene. De betrokkene stemde niet in met het verzoek en gaf aan dat hij in staat is voor zichzelf te zorgen. De psychiater daarentegen stelde dat de betrokkene lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de verzochte duur van twaalf maanden, met ingang van 22 januari 2024 en tot en met 22 januari 2025. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. Smits en schriftelijk uitgewerkt op 5 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/417792 / FA RK 24/95
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 22 januari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
thans verblijvende in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S. Köller te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 5 januari 2024, ingekomen ter griffie op 5 januari 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 3 januari 2024;
- de medische verklaring van 27 december 2023;
- het zorgplan van 27 december 2023;
- het maatschappelijke plan van 27 december 2023;
- de zorgkaart van 19 december 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 22 januari 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , psychiater;
- mevrouw [naam 2] , verpleegkundige;
- mevrouw [naam 3] , mentor en bewindvoerder van betrokkene,
via telefonisch horen.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene stemt niet in met het verzoek. Hij vindt een nieuwe zorgmachtiging niet nodig, omdat het goed met hem gaat en hij voor zichzelf kan zorgen. Betrokkene is daarnaast van mening dat hij inmiddels al veel te lang in St. Emergis verblijft. Hij wil daarom zo snel mogelijk naar huis. Desgevraagd benoemt betrokkene dat zijn woning is opgeknapt en bewoonbaar is. Verder geeft betrokkene aan dat hij thuis zal meewerken aan de benodigde behandelingen en medicatie zal innemen als dat moet. Dat laatste wil hij echter liever niet, want de medicatie geeft hem een apart gevoel.
3.2
De advocaat bepleit primair afwijzing van het verzoek. Er is volgens betrokkene geen sprake van een psychische stoornis en evenmin van het in de stukken beschreven ernstig nadeel. Betrokkene is van mening dat er niets met hem aan de hand is en dat hij goed in staat is om thuis zonder hulp en bemoeienis van derden voor zichzelf te zorgen. Betrokkene staat dan ook niet achter de verzochte vormen van verplichte zorg; deze vindt hij niet nodig. Ook de voorgeschreven medicatie is volgens betrokkene onnodig. Hij zou de medicatie niet op vrijwillige basis innemen, omdat hij zich daar niet prettig bij voelt. Subsidiair verzoekt de advocaat om de zorgmachtiging te verlenen voor een kortere duur dan de verzochte twaalf maanden, zodat betrokkene wat meer perspectief wordt geboden.
3.3
De psychiater geeft aan dat betrokkene lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, waardoor er sprake is van het in de stukken beschreven ernstig nadeel. Betrokkene zit al jaren vast in een lastig te doorbreken patroon waarbij hij voortdurend drugs en designer pillen gebruikt, hetgeen zijn psychoses en achterdocht versterkt en ertoe leidt dat hij geen medicatie wil innemen. Doordat er de afgelopen maanden is gefocust op het toedienen van medicatie, het afnemen van drugstesten en betrokkene op een gesloten afdeling heeft verbleven, is er sinds korte tijd toch een vooruitgang zichtbaar. Er wordt voor het eerst een positief effect van de medicatie gezien en het is nu beter mogelijk om met betrokkene te communiceren. Deze positieve ontwikkelingen zijn nog wel erg pril. De psychiater sluit zich daarom aan bij de verzochte vormen van verplichte zorg.
Deze zijn nodig om ervoor te zorgen dat betrokkene zijn medicatie blijft innemen, zijn middelengebruik nauwlettend gecontroleerd kan blijven worden en betrokkene kan worden aangezet tot het volgen van een dagbesteding. De komende tijd zullen er voorzichtig stapjes worden gezet richting normalisatie en meer vrijheden. Vervolgens zal er, mits het goed blijft gaan met betrokkene, op termijn worden gekeken naar een passende woonvorm voor betrokkene. Betrokkene heeft dus nog een hele weg te gaan, maar het is hopelijk niet de bedoeling dat hij nog twaalf maanden opgenomen blijft. De psychiater merkt tot slot op dat betrokkene de benodigde zorg en medicatie (nog) niet op vrijwillige basis accepteert.
3.4
In aanvulling op de psychiater benoemt de verpleegkundige dat het verplichte zorgkader ook nodig is om betrokkene te motiveren voor het volgen van een dagbesteding.
3.5
De mentor en bewindvoerder van betrokkene sluit zich aan bij hetgeen de psychiater naar voren heeft gebracht. De problematiek van betrokkene speelt al jaren en leek eerder niet onder controle te krijgen. Sinds betrokkene een tijdlang op de gesloten afdeling van St. Emergis heeft verbleven, heeft hij tegen alle verwachtingen in toch kleine stapjes voortuit gezet. Het gedwongen zorgkader is de komende tijd, zeker gelet op het eerdere middelengebruik van betrokkene, wel nog nodig om de prille positieve lijn verder uit te bouwen. Betrokkene is bovendien medicatie ontrouw en heeft directieve aanwijzingen nodig. De mentor merkt voorts op dat betrokkene zelf graag weer in zijn eigen woning wil gaan wonen. Zij betwijfelt echter of dat op korte termijn of in de toekomst haalbaar zal zijn. Tot slot merkt de mentor op dat de zorgmachtiging voor de duur van een jaar moet worden verleend om ervoor te zorgen dat er daadwerkelijk stappen kunnen worden gezet. Een kortdurende verlenging zal het proces enkel vertragen.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg van 23 februari 2023 is een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene verleend, met ingang van 23 februari 2023 en tot en met 23 februari 2024.
4.2
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank ziet, anders dan betrokkene, geen aanleiding om te twijfelen aan de door de onafhankelijke psychiater vastgestelde en tijdens de mondelinge behandeling nader toegelichte diagnose van betrokkene.
4.3
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige immateriële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Daarbij overweegt de rechtbank dat betrokkene onder invloed van de bovengenoemde stoornis verward, ongepast en overlastgevend gedrag kan vertonen, waarbij betrokkene ook agressief kan worden richting derden. Er is daarnaast sprake van een slechte zelfzorg en zelfisolatie, waarbij betrokkene veelal op bed ligt, sociale contacten vermijdt en passief is.
4.4
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daardoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.5
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat hij zo snel mogelijk naar huis wil en het liefst geen medicatie wil innemen. Gelet daarop stelt de rechtbank met de psychiater vast dat er thans nog geen sprake is van een voldoende bestendige bereidheid om de benodigde zorg op vrijwillige basis te kunnen verlenen. Daarbij overweegt de rechtbank ook dat betrokkene niet beschikt over ziekte-inzicht. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.6
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden, met ingang van 22 januari 2024 en tot en met 22 januari 2025. Deze termijn acht de rechtbank passend gelet op het huidige toestandsbeeld en de specifieke zorgbehoefte van betrokkene.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
22 januari 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2024 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 5 februari 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.