ECLI:NL:RBZWB:2024:7210
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beroep en verzoek om voorlopige voorziening tegen een last onder dwangsom wegens het bouwen van een dakkapel in afwijking van de vergunning
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op het verzoek om een voorlopige voorziening van eiser tegen een last onder dwangsom die het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goes aan hem heeft opgelegd. Deze last betreft het bouwen van een dakkapel aan de voorzijde van de woning in afwijking van de verleende vergunning. De voorzieningenrechter heeft op 25 oktober 2024 uitspraak gedaan, waarbij hij ook het beroep van eiser tegen het besluit van het college heeft beoordeeld. Het college had op 1 augustus 2024 het bezwaar van eiser ongegrond verklaard en de last onder dwangsom in stand gelaten. Eiser had eerder een vergunning gekregen voor het plaatsen van de dakkapel, maar deze was in december 2023 als niet conform de vergunning bevonden. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de handhaving, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat het college bevoegd was om handhavend op te treden. De voorzieningenrechter verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er sprake is van een overtreding van de vergunningseisen. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen steekhoudende redenen zijn aangedragen om van handhaving af te zien, en dat het college in beginsel verplicht is om handhavend op te treden bij overtredingen.