In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 oktober 2024, wordt het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting beoordeeld. De heffingsambtenaar van de gemeente Breda had op 4 september 2023 een naheffingsaanslag opgelegd aan belanghebbende, die zijn auto op 24 juli 2023 had geparkeerd zonder parkeerbelasting te betalen. De rechtbank constateert dat belanghebbende niet in staat was om een betaalautomaat te vinden, maar oordeelt dat dit niet voldoende is om de naheffingsaanslag te vernietigen. De rechtbank stelt vast dat de heffingsambtenaar aan het kenbaarheidsvereiste heeft voldaan, aangezien er voldoende borden aanwezig waren die naar de dichtstbijzijnde betaalautomaat verwezen. Belanghebbende had de verantwoordelijkheid om te onderzoeken of er parkeerbelasting verschuldigd was en waar deze betaald kon worden. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en dat het beroep ongegrond is. Belanghebbende krijgt zijn griffierecht niet vergoed.