ECLI:NL:RBZWB:2024:7193
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opleggen van een Educatieve Maatregel Gedrag en Verkeer wegens ernstige snelheidsovertreding
Op 22 oktober 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een inwoner van [plaats], en de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Eiser had beroep aangetekend tegen een besluit van het CBR, waarin hem op 24 januari 2024 een Educatieve Maatregel Gedrag en Verkeer (EMG) was opgelegd wegens het overschrijden van de maximale toegestane snelheid met meer dan 60 kilometer per uur. Het CBR verklaarde het bezwaar van eiser op 18 maart 2024 ongegrond, waarna eiser in beroep ging.
Tijdens de zitting op 22 oktober 2024 was eiser niet aanwezig, maar het CBR werd vertegenwoordigd door mr. J.A. Launspach. De rechtbank heeft het beroep van eiser behandeld en direct na de zitting uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat het CBR terecht een EMG had opgelegd, en dat het bezwaar van eiser ongegrond was. Eiser had aangevoerd dat de verschillende maximumsnelheden ter plaatse verwarring veroorzaakten en dat zijn dashboard een maximumsnelheid van 130 kilometer per uur aangaf. Hij stelde ook dat het een eenmalige misstap was en dat hij normaal gesproken veilig rijdt.
De rechtbank verwierp deze argumenten en stelde vast dat eiser de maximumsnelheid met meer dan 60 kilometer per uur had overschreden, wat het CBR verplichtte om een EMG op te leggen. De rechtbank benadrukte dat de toepasselijke wet- en regelgeving geen ruimte biedt voor een belangenafweging op basis van persoonlijke omstandigheden, en dat er geen sprake was van een uitzonderlijk geval waarin de Regeling buiten toepassing zou moeten blijven. Eiser kreeg geen terugbetaling van het griffierecht en geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. A.M.L.E. Ides Peeters, in aanwezigheid van griffier mr. T.A.A. van Hooijdonk.