In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 oktober 2024, wordt het beroep van eiser beoordeeld tegen de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eiser had op 12 december 2023 een aanvraag ingediend voor kwijtschelding van zijn studieschuld op medische gronden. De rechtbank constateert dat de minister niet tijdig heeft beslist op deze aanvraag, wat aanleiding geeft tot het indienen van beroep. Eiser heeft de minister op 14 mei 2024 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat de wettelijke beslistermijn van acht weken is overschreden. De rechtbank bepaalt dat de minister binnen zes weken na deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De minister moet ook het griffierecht van € 51,- aan eiser vergoeden. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.