ECLI:NL:RBZWB:2024:7147

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 oktober 2024
Publicatiedatum
22 oktober 2024
Zaaknummer
02-216682-24, 02-213409-24, 02-186329-24 (ter zitting gevoegd)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woninginbraken, autodiefstallen en diefstal van een fiets met gevangenisstraf en schadevergoeding

Op 22 oktober 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere woninginbraken, autodiefstallen en de diefstal van een fiets. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden, met aftrek van voorarrest. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 8 oktober 2024, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging omvatte drie voltooide woninginbraken, een poging daartoe, twee autodiefstallen en de diefstal van een fiets uit een tuin. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de meeste feiten, maar sprak hem vrij van enkele tenlastegelegde feiten wegens onvoldoende bewijs.

De rechtbank oordeelde dat de gepleegde feiten ernstige inbreuken op de privacy van de slachtoffers met zich meebrachten en dat de verdachte weinig respect toonde voor andermans eigendom. De rechtbank nam in haar overwegingen mee dat de feiten vaak in de nachtelijke uren plaatsvonden en dat er zelfs confrontaties met slachtoffers hebben plaatsgevonden. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 20 maanden geëist, wat de rechtbank passend achtte gezien de omstandigheden van de zaak.

Daarnaast werd een vordering van een benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen, met een schadevergoeding van €467,40, terwijl andere vorderingen van benadeelde partijen werden afgewezen of niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank verklaarde ook dat beslag genomen voorwerpen verbeurd werden verklaard, omdat deze aan de verdachte toebehoorden en gebruikt waren bij de gepleegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-216682-24, 02-213409-24, 02-186329-24 (ter zitting gevoegd)
vonnis van de meervoudige kamer van 22 oktober 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats]
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Alphen aan den Rijn
raadsman mr. D.C.O. Ayinla, advocaat te Rotterdam

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 8 oktober 2024, waarbij de officier van justitie, mr. R.S. Jacobs, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlasteleggingen met parketnummers 02-216682-24 en 02-213409-24 zijn gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte
parketnummer 02-216682-24feit 1:een woninginbraak heeft gepleegd en daarbij € 380,00, twee autosleutels, een iPad en twee opladers heeft gestolen;
feit 2:een auto heeft gestolen door gebruik te maken van een gestolen sleutel;
feit 3:een woninginbraak heeft gepleegd en daarbij € 300,00 en een oplader heeft gestolen;
feit 4:een fiets heeft gestolen;
parketnummer 02-213409-24feit 1:een auto heeft gestolen door gebruik te maken van een gestolen sleutel;
feit 2:zich schuldig heeft gemaakt aan heling van een kentekenplaat;
parketnummer 02-186329-24feit 1:heeft geprobeerd in te breken in twee woningen;
feit 2:een iPad, sieraden en een fiets heeft gestolen uit/bij een woning, dan wel zich schuldig heeft gemaakt aan heling van die voorwerpen.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht verdachte vrij te spreken van feit 2 onder parketnummer 02-213409-24 en van de bij parketnummer 02-186329-24 onder feit 1 ten laste gelegde poging tot inbraak in de woning aan de [adres 1] te [plaats 1] .
De overige feiten acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen. Bij feit 2 van parketnummer 02-186329-24 kan de primair ten laste gelegde woninginbraak wettig en overtuigend bewezen worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
parketnummer 02-186329-24feit 1
Naar de mening van de raadsman is er onvoldoende bewijs aanwezig voor de poging tot woninginbraak aan de [adres 1] in [plaats 1] . Verdachte dient daarvan te worden vrijgesproken. Voor het overige heeft de raadsman zich ten aanzien van dit feit gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
feit 2
De raadsman heeft verzocht verdachte vrij te spreken van de primair ten laste gelegde woninginbraak. Het enkele voorhanden hebben van goederen die ontvreemd zijn bij die inbraak is onvoldoende om deelneming aan die inbraak te bewijzen, te meer nu het forensisch onderzoek geen link met verdachte heeft opgeleverd.
Ten aanzien van de subsidiair ten laste gelegde heling heeft de raadsman verzocht verdachte vrij te spreken van de onderdelen ‘verwerven’ en ‘overdragen’.
parketnummer 02-213409-24feit 1
Er dient vrijspraak te volgen voor dit feit, nu de door verdachte verrichte handelingen niet gekwalificeerd kunnen worden als diefstal. Er is eerder sprake van joyriding, omdat niet kan worden uitgesloten dat verdachte het voertuig slechts gebruikt heeft om daar een ritje mee te maken. Subsidiair moet verdachte worden vrijgesproken van inklimming.
feit 2
Nu niet kan worden vastgesteld dat verdachte op zijn minst redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de kentekenplaat van misdrijf afkomst was, moet er vrijspraak volgen voor dit feit.
parketnummer 02-216682-24feit 1
Verdachte dient te worden vrijgesproken van dit feit, nu er onvoldoende bewijs aanwezig is om tot een bewezenverklaring te komen. Er is geen sprake van een zelfde modus operandi als bij de inbraak in [plaats 2] (feit 3) en de beelden zijn van onvoldoende kwaliteit om een conclusie te trekken. Het enkele uitstralen van de iPad in de straat waar de moeder van verdachte woont, is niet redengevend.
feit 2
In het verlengde van feit 1, is er onvoldoende bewijs aanwezig voor een bewezenverklaring van dit feit. Ook hiervan dient vrijspraak te volgen.
feit 3 en 4
Ten aanzien van deze feiten heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
parketnummer 02-186329-24feit 1
De rechtbank acht op grond van de aangehaalde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de aan hem ten laste gelegde poging tot inbraak in de woning aan [adres 2] te [plaats 3] heeft gepleegd.
Met de officier van justitie en verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken van de poging tot inbraak in de woning aan de [adres 1] te [plaats 1] , nu daarvoor onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is.
feit 2
Gezien de korte tijdspanne tussen de inbraak in de woning aan de [adres 3] te [plaats 4] en het aantreffen van de bij die inbraak gestolen goederen onder verdachte, waarvoor verdachte geen enkele verklaring heeft gegeven, staat voor de rechtbank vast dat verdachte degene is geweest die deze goederen heeft gestolen en dus de ten laste gelegde inbraak heeft gepleegd. De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen.
parketnummer 02-213409-24feit 1
Gelet op de verklaring van verdachte ter zitting en de aangifte van [benadeelde 1] acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de Opel Karl van aangever [benadeelde 1] heeft gestolen. Verdachte heeft verklaard de auto gebruikt te hebben om mee naar zijn familie in de regio Rotterdam te rijden en was weer op de terugweg. Uit de verklaring van verdachte blijkt niet dat hij van plan was de auto terug te brengen naar aangever. De rechtbank overweegt daarbij dat verdachte naar de uiterlijke verschijningsvormen als heer en meester over de auto heeft beschikt.
feit 2
Met de officier van justitie en verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is.
parketnummer 02-216682-24feit 3 en 4
Op grond van de aangehaalde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde inbraak in de woning aan de [adres 4] in [plaats 2] en de diefstal van de fiets van aangeefster [benadeelde 2] .
feit 1 en 2
De rechtbank stelt op grond van de aangifte van [benadeelde 3] en de camerabeelden vast dat er op 3 juli 2024 is ingebroken in haar woning aan de [adres 5] in [plaats 5] (feit 1) en dat daarbij de in de tenlastelegging genoemde goederen zijn weggenomen. Daarnaast is - met de bij die inbraak weggenomen autosleutel ‑ haar auto van het merk Audi weggenomen, die geparkeerd stond op de oprit van de woning (feit 2).
Uit de processen-verbaal van bevindingen, waarin de camerabeelden van dit feit worden vergeleken met de beelden van de hierboven bewezen verklaarde inbraak in de woning aan de [adres 4] in [plaats 2] (feit 3), volgt dat de dader bij beide feiten meerdere gelijkenissen vertoont. Zo is er sprake van hetzelfde signalement, waaronder een kaal hoofd, een gelijkende broek en dezelfde schoenen, en droeg de dader bij beide feiten een grote lichtkleurige tas bij zich met daarop een groot blauw vlak. De rechtbank stelt op grond van deze bevindingen in combinatie met haar eigen waarneming van de beelden vast dat de persoon op deze camerabeelden verdachte is.
Daarnaast volgt uit de camerabeelden van deze feiten dat er slechts een zeer kort tijdsbestek zit tussen het moment dat verdachte op de camerabeelden is te zien en het moment dat de weggenomen auto van de oprit af rijdt.
Verder straalt de bij de inbraak weggenomen iPad de dag na de inbraak uit in de omgeving van de woning van de moeder van verdachte, waar verdachte toen verbleef. Ook de weggenomen Audi is in die omgeving aangetroffen.
Op grond van het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte degene is geweest die de inbraak aan de [adres 5] te [plaats 5] heeft gepleegd en de auto van aangeefster heeft weggenomen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
parketnummer 02-216682-24
feit 1
op 3 juli 2024 te [plaats 5] in een woning gelegen aan de [adres 5] 380 euro en een autosleutel (behorende bij een Audi met [kenteken 1] ) en een autosleutel (behorende bij een Renault met [kenteken 2] ) en een iPad en twee (Apple) opladers, die aan mevrouw [benadeelde 3] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2
op 3 juli 2024 te [plaats 5] een auto (merk: Audi met [kenteken 1] ), die aan mevrouw [benadeelde 3] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door met behulp van een bijbehorende (eerder weggenomen) autosleutel genoemde auto te starten en daarmee weg te rijden;
feit 3
op 4 juli 2024 te [plaats 2] in een woning gelegen aan de [adres 4] 300 euro en een (telefoon)oplader en sieraden, die aan mevrouw [benadeelde 4] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 4
op 4 juli 2024 te [plaats 6] een fiets (merk: Gazelle), die aan mevrouw [benadeelde 2] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer 02-213409-24
feit 1
in de periode van 30 juni 2024 tot en met 1 juli 2024 te [plaats 5] een voertuig (personenauto, merk/type Opel Karl, [kenteken 3] ) dat aan [benadeelde 1] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door daarbij onbevoegd gebruik te maken van een sleutel waarmee dat voertuig kon worden gestart;
parketnummer 02-186329-24
feit 1
op 5 juni 2024 te [plaats 3] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning gelegen aan [adres 2] te [plaats 3] , alwaar hij zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, goederen naar zijn gading die aan [benadeelde 5] toebehoorden, weg te nemen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak en inklimming, een raam (van de voornoemde woning gelegen aan [adres 2] ) heeft vernield en vervolgens deze woning is ingeklommen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 2 primair
op 5 juni 2024 te [plaats 4] in een woning gelegen aan de [adres 3] , alwaar hij zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een Apple iPad en sieraden en een fiets (merk: Gazelle), die aan [benadeelde 6] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Ten gevolge van een kennelijke omissie in de tenlastelegging is in feit 1 en 3 van parketnummer 02-216682-24 in de eerste regel het woord ‘in’ weggevallen. De rechtbank herstelt deze omissie en leest voormelde zinsnede zoals hiervoor is vermeld. Daarnaast zijn kennelijke taal- en/of schrijffouten, voor zover die in de tenlastelegging voorkomen, in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 20 maanden met aftrek van voorarrest. De officier van justitie heeft hierbij meegewogen dat er sprake is van strafverzwarende omstandigheden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman is van mening dat de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf te hoog is. Naar de mening van de raadsman is er geen sprake van strafverzwarende omstandigheden.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich in zeer korte tijd schuldig gemaakt aan drie voltooide woninginbraken, een poging daartoe, twee autodiefstallen en de diefstal van een fiets uit een tuin bij een woning.
Aan het plegen van dit soort feiten tilt de rechtbank zwaar. Deze feiten veroorzaken niet alleen de nodige materiële schade, maar maken ook forse inbreuk op de privacy van de bewoners. Het is voor hen vaak bijzonder onaangenaam om te leven met de wetenschap dat een vreemde in hun woning of op hun erf is geweest, hun persoonlijke bezittingen heeft doorzocht en vervolgens zelfs hun auto heeft meegenomen. Door zo te handelen heeft verdachte bijzonder weinig respect getoond voor andermans eigendom. Hij heeft op grove wijze inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers door in hun woningen in te breken. Verdachte heeft kennelijk niet stilgestaan bij de vervelende gevolgen voor de bewoners, louter in het belang van zijn eigen financiële gewin. Daarnaast heeft verdachte met deze feiten gevoelens van ergernis, onrust en onveiligheid veroorzaakt in de samenleving. De rechtbank neemt hem dit alles zeer kwalijk.
Doordat de feiten veelal zijn gepleegd in de nachtelijke uren, soms wanneer de bewoners gewoon thuis waren, en er in het geval van aangeefster [benadeelde 4] zelfs een confrontatie heeft plaatsgevonden, is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van strafverzwarende omstandigheden.
Ondanks dat verdachte voor de oudste feiten tot tweemaal toe in voorlopige hechtenis heeft gezeten, is hij deze feiten blijven plegen. Daarnaast heeft verdachte niet willen meewerken aan het opstellen van een reclasseringsadvies om te kunnen beoordelen op welke gebieden hulp of begeleiding voor verdachte gewenst zou zijn om het gevaar van recidive in de toekomst te verminderen. Ook ter zitting heeft verdachte geen openheid van zaken willen of kunnen geven over de vraag waarom hij na zich na een lange tijd zonder justitiecontacten toch weer is gaan bezighouden met het plegen van strafbare feiten.
Gelet op al deze omstandigheden en de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht is alleen een lange gevangenisstraf passend en geboden. De rechtbank ziet geen reden om af te wijken van de eis van de officier van justitie. Zij zal aan verdachte dan ook een gevangenisstraf opleggen van 20 maanden, met aftrek van voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partijen

7.1
[benadeelde 3]
De benadeelde partij [benadeelde 3] vordert een schadevergoeding van € 821,39 aan materiële schade voor feit 1 en 2 van parketnummer 02-216682-24.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De door de benadeelde gevorderde schadevergoeding acht de rechtbank toewijsbaar tot een bedrag van € 467,40, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2024 tot aan de dag der voldoening. Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezen verklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit.
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij voor € 433,99 een nieuwe iPad heeft aangeschaft, waarvan de verzekering een bedrag van € 80,00 heeft vergoed. Het overige deel van de aanschafkosten heeft de verzekering niet vergoed in verband met afschrijving van de weggenomen iPad. De benadeelde partij vordert schadevergoeding van dat resterende deel van de aanschafkosten van de nieuwe iPad. De rechtbank wijst dat deel van de vordering af, nu die kosten ook naar het oordeel van de rechtbank niet voor vergoeding in aanmerking komen.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.
7.2
[benadeelde 4]
De benadeelde partij [benadeelde 4] vordert een schadevergoeding van € 5.212,00 aan materiële schade voor feit 3 van parketnummer 02-216682-24.
De rechtbank is van oordeel dat feiten en omstandigheden die tot toewijzing van de vordering zouden kunnen leiden niet voldoende vaststaan, nu onduidelijk is of de schade inmiddels is vergoed door de verzekering en (de omvang van) de schade onvoldoende is onderbouwd.
Verdere behandeling van de vordering levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding op, zodat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard. De vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
7.3
[benadeelde 1]
De benadeelde partij [benadeelde 1] vordert een schadevergoeding van € 2.211,51 aan materiële schade voor feit 1 van parketnummer 02-213409-24.
De rechtbank is van oordeel dat feiten en omstandigheden die tot toewijzing van de vordering zouden kunnen leiden niet voldoende vaststaan, nu onduidelijk is of de schade inmiddels is vergoed door de verzekering en (de omvang van) de schade onvoldoende is onderbouwd. De rechtbank overweegt daarbij dat niet duidelijk is wat de restwaarde is van de gestolen goederen.
Verdere behandeling van de vordering levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding op, zodat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard. De vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
7.4
[benadeelde 7]
De benadeelde partij [benadeelde 7] vordert een schadevergoeding van € 1.851,30 aan materiële schade, een passend bedrag aan immateriële schade en € 100,00 aan proceskosten voor feit 1 van parketnummer 02-186329-24.
Verdachte zal worden vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan.
De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
7.5
[benadeelde 6]
De benadeelde partij [benadeelde 6] vorderde een schadevergoeding voor feit 2 van parketnummer 02-186329-24. Ter zitting heeft de benadeelde partij deze vordering ingetrokken.

8.Het beslag

8.1
De verbeurdverklaring
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring.
Gebleken is dat de voorwerpen aan verdachte toebehoren en de feiten zijn begaan met behulp van deze voorwerpen.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f, 45, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het bij parketnummer 02-213409-24 onder 2 ten laste gelegde feit;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 02-216682-24
feit 1:diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2:diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 3:diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 4:diefstal;
parketnummer 02-213409-24
feit 1:diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
parketnummer 02-186329-24
feit 1:poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2 primair:diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 20 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten,
-
parketnummer 02-213409-24: handschoenen, sporttas, zaklantaarn en twee breekijzers,
-
parketnummer 02-186329-24: zaklantaarn;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[benadeelde 3]van
€ 467,40aan materiële schade (feit 1 en 2 van parketnummer 02-216682-24), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] voor het overige af;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 3] (feit 1 en 2 van parketnummer 02-216682-24),
€ 467,40te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
9 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- verklaart de benadeelde partijen
[benadeelde 4] en [benadeelde 1] niet-ontvankelijkin hun vordering en bepaalt dat de vorderingen bij de burgerlijke rechter kunnen worden aangebracht;
- verklaart de benadeelde partij
[benadeelde 7] niet-ontvankelijkin de vordering;
- bepaalt dat de benadeelde partijen [benadeelde 4] , [benadeelde 1] en [benadeelde 7] en de verdachte ieder de eigen proceskosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Breeman, voorzitter, mr. M.E.I. Beudeker en mr. C.E.M. Marsé, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.J.M. van de Vrede, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 22 oktober 2024.
Mr. Beudeker, mr. Marsé en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
parketnummer 02-216682-24
feit 1
hij op of omstreeks 3 juli 2024 te [plaats 5] , in elk geval in Nederland, uit een woning gelegen aan de [adres 5]
(ongeveer) 380 euro en/of een autosleutel (behorende bij een Audi met [kenteken 1] ) en/of een (reserve)autosleutel (behorende bij een Renault met [kenteken 2] ) en/of een Ipad en/of twee (Apple) opladers in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan mevrouw [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
feit 2
hij op of omstreeks 3 juli 2024 te [plaats 5] , in elk geval in Nederland,
een auto (merk: Audi met [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan mevrouw [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel door met behulp van bijbehorende (eerder weggenomen) autosleutel genoemde auto te starten en/of daarmee weg te rijden;
feit 3
hij op of omstreeks 4 juli 2024 te [plaats 2] , binnen de gemeente [plaats 5] , in elk geval in Nederland, uit een woning gelegen aan de [adres 4]
(ongeveer) 300 euro en/of een (telefoon)oplader en/of sieraden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan mevrouw [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
feit 4
hij op of omstreeks 4 juli 2024 te [plaats 6] , in elk geval in Nederland,
een fiets (merk: Gazelle), in elk geval enig goed, die geheel of ten dele aan mevrouw [benadeelde 2] , elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer 02-213409-24
feit 1
hij op of omstreeks 1 juli 2024, in elk geval in of omstreeks de periode van 30 juni 2024 tot en met 1 juli 2024, te [plaats 5] , in elk geval in Nederland,
een voertuig (personenauto, merk/type Opel Karl, [kenteken 3] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander, toebehoorde,
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming en/of een valse sleutel, door door daarbij onbevoegd gebruik te maken van een sleutel, althans een voorwerp, waarmee dat voertuig kon worden gestart;
feit 2
hij op of omstreeks 1 juli 2024, in de gemeente Moerdijk (te Zevenbergschen Hoek),
een kentekenplaat ( [kenteken 4] ), althans een goed,
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
parketnummer 02-186329-24
feit 1
hij op een of meerdere tijdstippen op of omstreeks 5 juni 2024 te [plaats 3] en/of [plaats 1] ,
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten
- een woning gelegen aan [adres 2] te [plaats 3] en/of
- een woning gelegen aan [adres 1] te [plaats 1] ,
alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
goederen naar zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 7] en/of [benadeelde 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n)
weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die weg te nemen goederen naar zijn gading onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel
- een raam (van de voornoemde woning gelegen aan [adres 2] ) heeft vernield en/of (vervolgens) deze woning is ingeklommen, en/of
- een deur (van de voornoemde woning gelegen aan [adres 1] ) heeft vernield,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 2 primair
hij op of omstreeks 5 juni 2024 te [plaats 4] , in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten een woning gelegen aan de [adres 3] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
een Apple Ipad en/of sierdaden en/of een fiets (merk: Gazelle), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
feit 2 subsidiair
hij op of omstreeks 5 juni 2024 te België en/of Nederland,
een Apple Ipad en/of sieraden, althans een goed
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.