ECLI:NL:RBZWB:2024:7086

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 oktober 2024
Publicatiedatum
18 oktober 2024
Zaaknummer
02-087365-20
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een licht verstandelijk beperkte man met psychotische kwetsbaarheid en verslavingsproblematiek

Op 4 oktober 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1993, die verblijft bij een forensische psychiatrische instelling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De rechtbank constateert dat de betrokkene lijdt aan een licht verstandelijke beperking en een ongespecificeerde neurobiologische ontwikkelingsstoornis, wat zijn functioneren op kinderlijk niveau beïnvloedt. Daarnaast is er sprake van een psychotische kwetsbaarheid en ernstige verslavingsproblematiek. De deskundigen hebben geadviseerd om de tbs te verlengen, omdat het recidiverisico hoog is bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen eist dat de tbs wordt verlengd, gezien de nog aanwezige risico's en de noodzaak voor verdere behandeling en resocialisatie. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er een korte termijnoverschrijding was in de behandeling van de zaak, maar heeft besloten hieraan geen consequenties te verbinden, gezien de bescherming van de maatschappij als prioriteit. De beslissing om de tbs met twee jaar te verlengen is unaniem ondersteund door alle betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/087365-20
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 4 oktober 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] ,
verblijvende bij de FPC [tbs-instelling] te [plaats] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 1 augustus 2024 tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met twee jaar, ontvangen door de griffie van deze rechtbank op 2 augustus 2024;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene in de vorm van voortgangsverslagen;
- het verlengingsadvies van FPC [tbs-instelling] van 26 juli 2024.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 20 september 2022 is betrokkene, wegens een poging tot zware mishandeling, ontslagen van alle rechtsvervolging en is onder meer een tbs met verpleging van overheidswege opgelegd.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 5 oktober 2022 aangevangen en dit betreft de eerste vordering tot verlenging.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 4 oktober 2024 is de officier van justitie mr. L.J. den Braber gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. F.H.J. de Graaf, advocaat te Tilburg.
Voorts is de deskundige mevrouw [naam] , regiebehandelaar en verpleegkundig specialist GGZ, gehoord.

3.Het advies van [tbs-instelling]

adviseert om de tbs-maatregel te verlengen met 2 jaar.
In het advies komt naar voren dat betrokkene een 31-jarige, licht verstandelijk beperkte man is en belast is met een ongespecificeerde neurobiologische ontwikkelingsstoornis. Hij functioneert op kinderlijk niveau en er is een gebrek aan mentaliserend vermogen en een onrijp emotioneel en sociaal functioneren. Daarnaast is bij betrokkene sprake van een psychotische kwetsbaarheid, die geclassificeerd wordt als een ongespecificeerde schizofreniespectrum of andere psychotische stoornis. Ook is sprake van ernstige en langer bestaande verslavingen in alcohol, cannabis en cocaïne.
Betrokkene is van 21 december 2022 tot 18 juli 2023 opgenomen geweest op [afdeling 1] van [afdeling 2] en verblijft sinds 18 juli 2023 op behandelafdeling [afdeling 3] (beveiligingsniveau 3). Hij gebruikt onder toezicht anti-psychotische medicatie, maar vertoont nog steeds in enige mate psychotische symptomen, die hij zelf ontkent. Betrokkene heeft enkele therapeutische modules afgerond, maar toont geen probleeminzicht en ziet geen risico’s in beperkt middelengebruik, ondanks de relatie met psychotische decompensatie en gewelddadig gedrag. Tijdens zijn verblijf is geen sprake geweest van middelengebruik of agressief gedrag vanwege de beschermde afdelingsstructuur. Betrokkene toont geen initiatief in zijn dagprogramma, dat volledig door het behandelteam wordt bepaald. Contact met zijn ouders en oma (slachtoffer van het indexdelict) verloopt zonder problemen. Een aanvraag voor begeleid verlof is afgekeurd wegens een onvolledig diagnostisch beeld en ontoereikend risicomanagement. Recent is door de rechter bepaald dat Pro-bewind, naast de vader, als bewindvoerder en mentor optreedt.
[tbs-instelling] acht het recidiverisico hoog bij beëindiging van de tbs-maatregel. Middelen- en alcoholgebruik, ontbrekende daginvulling, gebrekkige copingvaardigheden, overprikkeling en overvraging worden gezien als luxerende factoren die het risico op psychotische decompensatie en fysiek gewelddadig gedrag verhogen. Hoewel betrokkene momenteel profiteert van de gestructureerde omgevingsprothese binnen beveiligingsniveau 3, zijn de risicofactoren nog onvoldoende verminderd. Zonder deze omgevingsstructuur wordt verwacht dat hij de medicatie zal staken, terug zal vallen in middelengebruik en mogelijk psychotische decompensatie en gewelddadig gedrag zal vertonen, waarbij zijn netwerk niet in staat is dit op te vangen.
In de komende periode staat aanvullend onderzoek gepland naar de cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden en de neurobiologische ontwikkelingsstoornis van betrokkene, met als doel zijn responsiviteit beter in kaart te brengen en de behandelkoers richting resocialisatie te kunnen bepalen. Ook wordt aandacht besteed aan het inzichtelijk maken van het middelengebruik en het bevorderen van intrinsieke motivatie tot abstinentie. Daarnaast zal worden onderzocht of verdere reductie van psychotische symptomen mogelijk is met medicatie. Na afronding van dit onderzoek en verbetering van het verstevigen van het risicomanagement, zal een nieuwe aanvraag voor begeleid verlof worden ingediend. Verwacht wordt dat bovenstaande ongeveer een jaar in beslag nemen, waarbij betrokkene op zijn huidige afdeling zal blijven, afhankelijk van de goedkeuring van verlof. Bij het succesvol doorlopen van begeleide verloven zal afschaling naar beveiligingsniveau 2 de volgende stap zijn. Betrokkene zal op korte termijn niet uitstromen naar een andere woonvorm dan een behandelafdeling binnen een forensische setting. Verwacht wordt dat hij uiteindelijk zal uitstromen richting een beschermde woonvorm en dat hij levenslang afhankelijk zal blijven van een stevige omgevingsstructuur.
Ter zitting heeft de deskundige nog toegevoegd dat betrokkene niet per se twee jaar binnen beveiligingsniveau 3 hoeft te blijven. Bij goed verloop van begeleide verloven kan hij afschalen naar beveiligingsniveau 2. De recente onderzoeken zijn afgerond, maar de officiële terugkoppeling volgt nog. De bevindingen wijken niet af van de eerdere bevindingen. Naar verwachting kan aan het einde van de maand een nieuwe – nader onderbouwde – verlofaanvraag worden ingediend, die waarschijnlijk wordt goedgekeurd. Betrokkene is ook gestart met nieuwe medicatie om zijn psychiatrische gesteldheid verder te optimaliseren.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard hij het eens is met het advies van [tbs-instelling] om de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen. Het gaat goed met hem. Hij wil wel meer hulp, zodat hij geen alcohol gaat drinken zodra hij buiten komt. Hij wil in de toekomst graag (begeleid) verlof, zodat hij buiten kan gaan ‘oefenen’. Verder voelt betrokkene zich beter met de nieuwe medicatie.
De raadsvrouw heeft ter zitting aangegeven zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank. Verder merkt ze op dat de zaak niet binnen de wettelijke termijn op zitting behandeld is, maar dat ze zich op dit punt refereert aan het oordeel van de rechtbank.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het verlengingsadvies van [tbs-instelling] wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, eist dat de tbs van betrokkene wordt verlengd.
Uit de stukken en wat ter zitting is besproken, is gebleken dat nog flink wat stappen moeten worden gezet, zowel in het behandeltraject als in het resocialisatietraject. Duidelijk is dat dit zeker meer dan één jaar in beslag zal gaan nemen, waardoor een verlenging van de tbs met twee jaar is vereist. Alle betrokkenen zijn het daarover eens.
Tot slot merkt de rechtbank nog op dat in artikel 6:6:13 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering is bepaald dat het onderzoek van de zaak door de rechter op een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling zo spoedig mogelijk, maar in elk geval binnen twee maanden na ontvangst van de vordering van het openbaar ministerie, plaatsvindt. Nu de vordering is ontvangen op 2 augustus 2024 en het onderzoek van de zaak op 4 oktober 2024 heeft plaatsgevonden, is sprake van een hele korte termijnoverschrijding
Gelet echter op de (korte) duur van de termijnoverschrijding en het specifieke karakter van de terbeschikkingstelling – namelijk de bescherming van de maatschappij – ziet de rechtbank geen aanleiding aan deze termijnoverschrijding enige consequentie te verbinden.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, zal de rechtbank de tbs met verpleging van overheidswege verlengen met twee jaar.

7.De beslissing.

De rechtbank
verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. D.H. Hamburger, voorzitter, mr. R.J.H. Brouwer en
mr. E.A. van Beelen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. V.C.S. Jurres-Bos en is uitgesproken ter openbare zitting op 4 oktober 2024.
De voorzitter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.