Op 6 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het plegen van seksuele handelingen met twee minderjarige slachtoffers, terwijl hij wist dat zij in een staat van verminderd bewustzijn verkeerden. De feiten vonden plaats tussen 11 en 12 maart 2022, waarbij de slachtoffers onder invloed van alcohol en drugs waren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte seksuele handelingen heeft verricht die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van de slachtoffers, die niet in staat waren om weerstand te bieden. De rechtbank achtte de verklaringen van de slachtoffers betrouwbaar en concludeerde dat de verdachte opzettelijk handelde, wetende in welke staat de slachtoffers verkeerden.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 18 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werden bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en ambulante behandeling. De benadeelde partij, een van de slachtoffers, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de schade onvoldoende was onderbouwd. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het misbruik van de kwetsbare positie van de slachtoffers door de verdachte.