ECLI:NL:RBZWB:2024:6975

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
15 oktober 2024
Zaaknummer
02/095898-21
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling met voorwaarden van een veroordeelde met schizofrenie en cannabisstoornis

Op 2 oktober 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een veroordeelde, die lijdt aan schizofrenie en een stoornis in het gebruik van cannabis. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen, nadat de veroordeelde instemde met deze verlenging. De rechtbank constateerde dat de tbs-maatregel was aangevangen op 4 oktober 2022, na een veroordeling voor poging tot zware mishandeling van zijn moeder en mishandeling van zijn vader. De rechtbank heeft de procesgang en de relevante stukken, waaronder rapporten van psychologen en reclasseringswerkers, in overweging genomen. De reclassering had geadviseerd om de tbs te verlengen, omdat het risico op recidive laag was in de huidige zorgsituatie, maar zou toenemen bij een abrupt einde van de maatregel. De rechtbank onderschreef dit advies en oordeelde dat de veiligheid van anderen de verlenging van de tbs eiste. De rechtbank heeft ook voorwaarde nummer 6 aangepast, zodat instemming van de veroordeelde nodig is voor een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/095898-21
Beslissing van de meervoudige kamer van 2 oktober 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,
verblijvende op de Forensisch Psychiatrische Afdeling [kliniek 1] ,
[adres] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
  • het adviesrapport van psycholoog drs. [pscyholoog] van 11 juli 2024;
  • het adviesrapport van [reclasseringswerker] van Reclassering Nederland van 26 juli 2024;
  • de vordering van de officier van justitie van 29 augustus 2024 (ontvangen op de griffie op 3 september 2024), die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met voorwaarden met twee jaar.

2.De procesgang

Bij vonnis van deze rechtbank van 4 oktober 2022 is betrokkene voor een poging tot zware mishandeling van zijn moeder en de mishandeling van zijn vader veroordeeld tot een tbs met voorwaarden.
De rechtbank constateert dat het in deze zaak gaat om misdrijven als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met voorwaarden is aangevangen op 4 oktober 2022.
Ter zitting van 2 oktober 2024 is de officier van justitie mr. P. Emmen gehoord. Ook is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. N.M.E. Verpaalen, advocaat te Breda. Verder is [reclasseringswerker] , als deskundige gehoord.

3.Het advies van de reclassering

Uit het rapport van de reclassering leidt de rechtbank af dat bij betrokkene sprake is van schizofrenie en een stoornis in het gebruik van cannabis. Op 19 oktober 2022 is betrokkene opgenomen binnen de FPK [kliniek 2] en op 12 september 2023 werd hij overgeplaatst naar FPA [kliniek 1] . Terugblikkend staan gedurende het gehele klinische traject de negatieve symptomen, behorend bij het ziektebeeld van betrokkene, centraal. Hij is initiatiefloos, moet gemotiveerd worden om verloven op te nemen en heeft structuur nodig als het gaat om dagbesteding en algemene dagelijkse levensverrichtingen. Het verlagen van de medicatie heeft vooral als doel de negatieve symptomen te verminderen, zodat de kwaliteit van leven voor betrokkene wordt verbeterd. Er is geen sprake van zucht naar middelen en alle urinecontroles zijn tot op heden negatief geweest. Betrokkene heeft een aantal therapieën positief doorlopen en de komende periode zal onder andere besteed worden aan psycho-educatie, dagbesteding en het zetten van de eerste stappen richting resocialisatie. Betrokkene is inmiddels aangemeld bij het DIZ om op zoek te gaan naar een passende begeleide woonvorm. De reclassering acht het risico op recidive laag in de huidige situatie waarin betrokkene in zorg is, abstinent van middelen en medicatietrouw. Als de situatie verandert, kunnen de risico’s toenemen in die zin dat betrokkene zich mogelijk meer terug zal trekken, zijn structuur kwijtraakt en mogelijk terugvalt in middelengebruik. De reclassering adviseert om de tbs met twee jaar te verlengen. Betrokkene heeft nog een aantal behandelingen te doorlopen. Het is van belang dat de maatregel wordt verlengd zodat uiteindelijk, wanneer de structuur, toezicht en begeleiding afnemen, gevolgd kan worden of het betrokkene lukt zich aan voorwaarden en voornemens te houden.
Op de terechtzitting heeft de deskundige daaraan toegevoegd dat nog wordt gezocht naar een passende dagbesteding voor betrokkene. Hij gaat samen met begeleiding op verschillende plaatsen koffie drinken om de drempel te verlagen en een passende keuze te kunnen maken. Binnenkort heeft hij een intake bij [woonvoorziening] . De reclassering ziet inactiviteit en een teruggetrokken leven bij betrokkene, wat risicoverhogend is. Het gaat momenteel goed met betrokkene, maar hij moet nog veel stappen zetten.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

Betrokkene heeft niet willen meewerken aan het onderzoek, waardoor de psycholoog geen zicht heeft gekregen op het huidige niveau van functioneren van betrokkene.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting gebleven bij de vordering de tbs met voorwaarden met twee jaar te verlengen. Daarnaast heeft hij gevorderd dat aan voorwaarde nummer 6, die ziet op de mogelijkheid tot een time-out, wordt toegevoegd dat daarvoor instemming van betrokkene nodig is.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij graag wil dat de tbs met voorwaarden wordt verlengd, omdat er een behoorlijke kans is dat hij in oude patronen vervalt als de maatregel wordt beëindigd. De verdediging heeft betoogd de vordering van de officier van justitie toe te wijzen en kan instemmen met aanpassing van voorwaarde nummer 6.

7.Het oordeel van de rechtbank

Vooropgesteld wordt dat een tbs-maatregel kan worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van deze maatregel eist. Dit houdt concreet in dat het recidivegevaar nog aanwezig moet zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens.
De rechtbank leidt uit het reclasseringsrapport, in samenhang met de eerder over veroordeelde opgemaakte pro-justitiarapportages, onder meer af dat betrokkene nog altijd lijdt aan schizofrenie en een stoornis in het gebruik van cannabis. De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat er bij hem dus nog altijd sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
De reclassering schat het recidiverisico in het huidige kader van de tbs in als laag, maar het algemene risico op recidive zal toenemen bij een abrupt einde van de tbs-maatregel. De rechtbank onderschrijft het herhalingsgevaar en neemt de conclusie en het advies van de reclassering over.
Het voorgaande betekent dat is voldaan aan het wettelijk criterium voor verlenging van de maatregel en dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs-maatregel eist. Dit staat overigens ook niet ter discussie.
Als uitgangspunt geldt dat de tbs-maatregel dient te worden verlengd met een termijn van
twee jaar als aannemelijk is dat de behandeling en resocialisatie van de
terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan
de tijd die nog resteert bij een verlenging van de tbs met een termijn van één jaar.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met voorwaarden moet worden verlengd met twee jaar. Voorwaarde nummer 6 zal daarbij worden aangepast conform het verzoek van de officier van justitie.

8.De beslissing.

De rechtbank:
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaar;
- wijzigt voorwaarde nummer 6, die nu luidt:
“verdachte werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar”
als volgt:
“veroordeelde werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt
en veroordeelde daarmee instemt. Deze time-out duurt maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar”.
Deze beslissing is genomen door mr. D.L.J. Martens, voorzitter,
en mrs. J.C.A.M. Los en F.L. Donders, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier, mr. J. van Biert,
en is uitgesproken ter openbare zitting op 2 oktober 2024.