9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 180 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
90 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf naar rato van 2 uur per dag;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De benadeelde partij [slachtoffer 1]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van
€ 530,00, waarvan € 30,00 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade,
te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen vanaf 11 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk, en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 1] , € 530,00 te betalen, waarvan € 30,00 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen vanaf 11 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 21 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor een bedrag van
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
De benadeelde partij [slachtoffer 2]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 2.393,78, waarvan € 1.643,78 voor materiële schade en € 750,00 voor immateriële schade,
te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen vanaf 11 februari 2024 tot aan de dag der voldoening;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 2] , € 2.393,78, te betalen, waarvan € 1.643,78 voor materiële schade en € 750,00 voor immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen vanaf
11 februari 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 33 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor het toegekende bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F.C. Janssen, voorzitter, mr. E.B. Prenger en mr. J.P.E. Mullers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J.E.M. Hoezen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 14 oktober 2024.
Mr. Mullers is niet in de gelegenheid om dit vonnis mede te ondertekenen.
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 11 februari 2024 te Breda, althans in Nederland, openlijk, te weten aan de [straat] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , welk geweld bestond uit het
- geven van een knietje in/tegen de buik, althans het lichaam van die [slachtoffer 2]
en/of ten val brengen van die [slachtoffer 2] en/of
- drukken/vasthouden van die [slachtoffer 1] tegen een muur en/of
- meermalen, althans eenmaal met kracht slaan/stompen in/op/tegen het gezicht
en/of hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer 1] en/of
- meermalen, althans eenmaal met kracht schoppen/trappen tegen lichaam van die