9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 150 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
75 dagen;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Reclassering Nederland;
* dat verdachte gedurende de proeftijd actief deelneemt aan de gedragsinterventie Alcohol & Geweld of een andere gedragsinterventie die gericht is op agressiebeheersing, te bepalen door Reclassering Nederland, waarbij verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen zoals die gedurende deze gedragsinterventie door de betreffende instelling aan verdachte worden gegeven;
- geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
De benadeelde partij [slachtoffer]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van
€ 500,00 voor immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen vanaf 11 februari 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer], € 500,00 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen vanaf 11 februari 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 10 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij voor rechtsbijstand heeft gemaakt, te weten € 160,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F.C. Janssen, voorzitter, mr. E.B. Prenger en mr. J.P.E. Mullers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J.E.M. Hoezen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 14 oktober 2024.
Mr. Mullers is niet in de gelegenheid om dit vonnis mede te ondertekenen.
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 11 februari 2024 te Breda, althans in Nederland, openlijk, te weten aan de [straat], in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer], welk geweld bestond uit het
- vastpakken van de arm(en) en/of nek van die [slachtoffer] en/of
- vastklemmen van de nek en/of hoofd van die [slachtoffer] en/of
- meermalen, althans eenmaal met kracht slaan/stompen in/op/tegen het gezicht en/of hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer] en/of
- meermalen, althans eenmaal met kracht schoppen/trappen tegen lichaam van die [slachtoffer];
( art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht )