Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De onvolledigheid van het onderzoek ter terechtzitting.
5.De beslissing.
- de verpleeghuisarts van Surplus Zorg, [locatie] te [plaats] ;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 11 oktober 2024 een tussenvonnis uitgesproken in de zaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van het plegen van ontucht met een hoogbejaarde cliënt, die leed aan dementie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek ter zitting niet volledig is geweest en heeft besloten het onderzoek te heropenen. Dit besluit is genomen na de zitting van 27 september 2024, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft behoefte aan aanvullende getuigenverklaringen om de betrouwbaarheid van de verklaringen van het vermeende slachtoffer te kunnen beoordelen, vooral gezien de geestelijke toestand van het slachtoffer en de omstandigheden rondom de zaak.
De rechtbank heeft aangegeven dat zedenzaken vaak moeilijk te bewijzen zijn, omdat er meestal slechts twee personen aanwezig zijn bij de ten laste gelegde handelingen. Dit maakt het noodzakelijk om de verklaringen van het vermeende slachtoffer zorgvuldig te waarderen, vooral in het licht van haar dementie. De rechtbank heeft daarom besloten om getuigen te horen, waaronder de vaste verzorgster van het slachtoffer en een psycholoog, en om het medisch dossier van het slachtoffer op te vragen. De rechtbank heeft ook een rechter-commissaris benoemd om het verdere onderzoek te begeleiden.
De beslissing om het onderzoek te heropenen is genomen met het oog op de zorgvuldigheid en de noodzaak om alle relevante feiten en omstandigheden in overweging te nemen. De rechtbank heeft benadrukt dat zowel de verdachte als de nabestaanden behoefte hebben aan duidelijkheid, en dat het van groot belang is om de zaak met de nodige precisie te behandelen. De rechtbank zal toezien op een spoedige hervatting van de behandeling van de zaak na het verhoor van de getuigen.