ECLI:NL:RBZWB:2024:6935

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 oktober 2024
Publicatiedatum
11 oktober 2024
Zaaknummer
02-810555-13 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in ontnemingsprocedure na overlijden van veroordeelde

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 oktober 2024 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een veroordeelde die inmiddels is overleden. De officier van justitie, mr. W.J.W.K. Suijkerbuijk, heeft gevorderd om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging, gezien het overlijden van de veroordeelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde op een eerder moment in 2023 is overleden, wat volgens artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht leidt tot het vervallen van het recht tot strafvervolging. Dit geldt ook voor de ontnemingsprocedure, waardoor het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard moest worden in deze zaak. De rechtbank heeft in haar beslissing bevestigd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in de ontnemingsprocedure tegen de overleden veroordeelde Antonissen. Het vonnis is uitgesproken door de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier, tijdens een openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/810555-13 (ontneming)
vonnis van de rechtbank d.d. 4 oktober 2024
in de ontnemingszaak tegen
[veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1966,
laatstelijk ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] ,
raadsman mr. J.C. Sneep, advocaat te Breda.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 4 oktober 2024.
De officier van justitie mr. W.J.W.K. Suijkerbuijk heeft gevorderd om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging in verband met het overlijden van veroordeelde.

2.Ontvankelijkheid van de officier van justitie

Uit de stukken van het dossier blijkt dat veroordeelde op [datum] 2023 is overleden.
Ingevolge artikel 69 Sr vervalt het recht tot strafvervolging door de dood van de verdachte. Het bereik van dit artikel strekt zich ook uit tot de ontnemingsprocedure. Het openbaar ministerie dient dan ook – overeenkomstig haar vordering – niet-ontvankelijk te worden verklaard ter zake het voortzetten van de ontnemingsprocedure tegen veroordeelde.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de ontnemingsprocedure tegen veroordeelde Antonissen.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. de Brouwer, voorzitter, mr. D.H. Hamburger en
mr. E.A. van Beelen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S. Kroes en is uitgesproken ter openbare zitting op 4 oktober 2024.