ECLI:NL:RBZWB:2024:6934

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 september 2024
Publicatiedatum
11 oktober 2024
Zaaknummer
02-196057-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersdelict met ernstige verkeersregels schending door bestuurder

In deze strafzaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 september 2024 uitspraak gedaan tegen een verdachte die op 5 augustus 2023 in Tilburg als bestuurder van een auto meerdere verkeersregels opzettelijk heeft geschonden. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 80 uur, een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken met een proeftijd van 2 jaar, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 270 dagen, waarvan 145 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige verkeersovertredingen, waaronder het overschrijden van de maximumsnelheid, het rijden door rood licht, en het gevaarlijk inhalen van andere voertuigen. De officier van justitie had een zwaardere straf geëist, maar de rechtbank heeft rekening gehouden met de proceshouding van de verdachte, die zijn spijt betuigde en zijn verantwoordelijkheid nam. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar is en dat er geen feiten of omstandigheden zijn die zijn strafbaarheid uitsluiten. De beslissing is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/196057-23
vonnis van de meervoudige kamer van 27 september 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2001 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] .

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 27 september 2024, waarbij de officier van justitie, mr. S.A.J. Louwers, en verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 5 augustus 2023 in Tilburg een personenauto heeft bestuurd en zich zodanig heeft gedragen dat hij verschillende verkeersregels heeft geschonden, waardoor levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan en baseert zich daarbij op de bewijsmiddelen in het dossier.
4.2
Het standpunt van verdachte
Verdachte bekent de tenlastegelegde verkeersovertredingen te hebben gepleegd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal volstaan met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte heeft het bewezen verklaarde namelijk bekend en geen vrijspraak bepleit.
Wanneer in de bewijsmiddelen hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal met dossiernummer PL2000-2023199023 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 34.
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd op de zitting van 27 september 2024;
  • het proces-verbaal verkeersovertredingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van 5 augustus 2023, p. 4;
het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van 5 augustus 2023, p. 7-8.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op 5 augustus 2023 te Tilburg, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op meerdere wegen, waaronder onder andere de Conservatoriumlaan en de Wandelboslaan en de Reeshofdijk, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door, meermalen, op meerdere afstanden (binnen de bebouwde kom en op een fietsstraat) met een veel hogere snelheden dan de ter plaatse toegestane snelheid te rijden en zich er niet, althans onvoldoende, van te vergewissen dat het kruisingsvlak vrij is van enig kruisende verkeersdeelnemers (te weten een voetganger) en over een verdrijvingsvlak te rijden en daarbij een personenauto gevaarlijk in te halen en door een rood verkeerslicht te rijden en een dubbele doorgetrokken streep te overschrijden en geheel op een voor hem, verdachte, tegemoetkomend verkeer bestemde weggedeelte van een weg te rijden en een verkeersdeelnemer gevaarlijk in te halen, door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een taakstraf voor de duur van 180 uur, te vervangen door 90 dagen hechtenis, en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd aan verdachte op te leggen een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 365 dagen, waarvan 220 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en met aftrek van de tijd die verdachte zijn rijbewijs al kwijt is geweest.
6.2
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft als bestuurder van een auto op 5 augustus 2023 opzettelijk meerdere verkeersregels in ernstige mate geschonden. Zo heeft hij binnen de bebouwde kom meermalen de toegestane maximumsnelheid overschreden, is hij over een verdrijvingsvlak en door rood gereden en heeft hij een ander voertuig over een dubbel doorgetrokken streep op een gevaarlijke wijze ingehaald. Door zo te handelen heeft verdachte (levens)gevaarlijke situaties gecreëerd en de veiligheid van andere verkeersdeelnemers en zichzelf ernstig in gevaar gebracht. Verkeersdeelnemers zijn voor hun veiligheid niet alleen afhankelijk van hun eigen rijgedrag, maar ook van het gedrag van anderen. Verdachte heeft zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van de veiligheid van zijn medeweggebruikers niet in acht genomen.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op het strafblad van verdachte van 6 augustus 2024, waaruit blijkt dat verdachte op 20 maart 2023 in Duitsland nog was veroordeeld voor gevaarlijk rijden. Dat is nog geen vijf maanden voor de onderhavige zaak. Volgens verdachte is hij toen van de weg geraakt, omdat hij op zijn telefoon aan het kijken was.
De rechtbank heeft zijn proceshouding sterk in het voordeel van verdachte meegewogen. Hij heeft op zitting zijn eigen verkeersgedrag van 5 augustus 2023 veroordeeld. Hij heeft zijn spijt betuigd en zijn verantwoordelijkheid genomen.
Alles overwegende acht de rechtbank een taakstraf van 80 uren passend en geboden. Om de ernst van het feit te benadrukken, maar ook als forse stok achter de deur, zal de rechtbank daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaar opleggen. Ook zal de rechtbank aan verdachte opleggen een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 270 dagen, met aftrek van de tijd waarin het rijbewijs reeds ingevorderd is geweest. De rechtbank zal daarvan een deel, te weten 145 dagen, voorwaardelijk opleggen met een proeftijd van twee jaar, om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare verkeersfeiten te plegen.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5a, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 80 (tachtig) uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
40 (veertig) dagen;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 2 (twee) weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
- bepaalt dat de voorwaardelijke straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot
een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van 270 (tweehonderdzeventig) dagen, waarvan 145 (honderdvijfenveertig) dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
- bepaalt dat de tijd dat verdachte zijn rijbewijs al heeft ingeleverd in mindering wordt gebracht op het onvoorwaardelijke deel van de rijontzegging;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de rijontzegging niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. de Brouwer, voorzitter, mr. D.H. Hamburger en
mr. E.A. van Beelen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Kroes, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 september 2024.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 5 augustus 2023 te Tilburg, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op meerdere wegen waaronder onder andere:
de Coservatoriumlaan en/of de Wandelboslaan en/of de Reeshofdijk, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door,
meermalen, op een of meerdere afstand(en) (binnen de bebouwde kom en/of op een fietsstraat) met een (veel) hogere snelhe(i)d(en) dan de ter plaatse toegestane snelheid te rijden en/of zich er niet, althans onvoldoende, van te vergewissen dat het kruisingsvlak vrij is van enig kruisende verkeersdeelnemers (te weten een voetganger) en/of over een verdrijvingsvlak te rijden en/of (daarbij) een personenauto (gevaarlijk) in te halen en/of
door een rood verkeerslicht te rijden en/of een dubbele doorgetrokken streep te overschrijden en/of geheel of gedeeltelijk op een voor hem, verdachte, tegemoetkomend verkeer bestemde weggedeelte van een of meerdere weg(en) te rijden en/of meermalen, althans eenmaal zigzaggend tussen de verkeersdeelnemers te manoeuvreren, althans meerdere verkeersdeelnemers gevaarlijk in te halen, door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was.
( art 5a lid 1 Wegenverkeerswet 1994 )