Op 10 oktober 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het uitvoeren van verdovende middelen, waaronder MDMA, cocaïne en LSD, en het in voorraad hebben van ketamine zonder registratie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 19 en 20 december 2022 betrokken was bij de verzending van pakketten met verboden middelen naar het buitenland. Tijdens de zitting op 26 september 2024 heeft de officier van justitie, mr. J. Verschuren, de beschuldigingen toegelicht, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde en dat er voldoende bewijs was voor de tenlastegelegde feiten. De verdachte werd schuldig bevonden aan het medeplegen van de uitvoer van ongeveer 24,1 gram cocaïne, 713 pillen MDMA, 494,40 gram MDMA, 500 LSD-zegels en het in voorraad hebben van 495,80 gram ketamine zonder registratie. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact van de drugshandel op de samenleving.