ECLI:NL:RBZWB:2024:6859
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Kort geding
- mr. Tilman-Knoester
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van achterstallig loon en verrekening studiekosten in kort geding
In deze zaak heeft eiser, een voormalig werknemer van gedaagde, een kort geding aangespannen om betaling van achterstallig loon en vakantietoeslag te vorderen. Eiser is op 1 september 2021 in dienst getreden als leerling-kok en heeft zijn dienstverband per 1 maart 2024 beëindigd. Eiser stelt dat hij over februari 2024 slechts € 500,00 heeft ontvangen en geen salarisspecificatie heeft gekregen. Daarnaast vordert hij betaling van vakantietoeslag en niet-genoten vakantiedagen. Gedaagde, een hotel-restaurant, voert verweer en stelt dat alle bedragen zijn betaald en dat de vakantiedagen correct zijn verrekend. De kantonrechter heeft op 23 juli 2024 geoordeeld dat gedaagde niet voldoende heeft aangetoond dat alle bedragen zijn voldaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de studiekosten niet verrekend mochten worden op basis van artikel 7:611a BW, en heeft de vordering van eiser toegewezen. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon, vakantietoeslag, niet-genoten vakantiedagen, wettelijke verhoging, wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Tevens is gedaagde veroordeeld tot het afgeven van een gecorrigeerde salarisspecificatie en het betalen van proceskosten.