Uitspraak
1.Het verloop van het geding
2.De verdere beoordeling
3.De proceskosten
4.De beslissing
“Typisch, Bezahlung wird durch UB nicht gemacht, und ach keine Antworrten auf Telefonaten/E-mails”op LinkedIn te plaatsen;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer en een werkgever over de verschuldigdheid van een beëindigingsvergoeding en negatieve uitlatingen op LinkedIn. De werknemer, vertegenwoordigd door mr. D. Brouwer, had een vordering ingesteld tegen zijn werkgever, vertegenwoordigd door mr. Y.L.S. Schipper, met betrekking tot de beëindigingsvergoeding na het tekenen van een vaststellingsovereenkomst. De werkgever stelde dat de ontbindende voorwaarde van de overeenkomst was ingegaan, omdat de werknemer al een concreet uitzicht op een nieuwe functie had op het moment van ondertekening. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer onvoldoende bewijs had geleverd om deze stelling te weerleggen, waardoor de werkgever niet verplicht was de beëindigingsvergoeding te betalen. De vorderingen van de werknemer werden afgewezen.
In reconventie vorderde de werkgever een verklaring voor recht dat de werknemer in strijd met de vaststellingsovereenkomst had gehandeld door negatieve uitlatingen op LinkedIn te doen. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer zich inderdaad niet had gehouden aan de afspraken in de overeenkomst en dat de werkgever recht had op een verklaring voor recht. De kantonrechter legde de werknemer een dwangsom op voor het verwijderen van de uitlatingen en voor het doen van toekomstige negatieve uitlatingen. De proceskosten werden toegewezen aan de werkgever, waarbij de werknemer in het ongelijk werd gesteld in zowel conventie als reconventie.