Uitspraak
beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster II Handelszaken
Middelburg
zaaknummer / rekestnummer: C/02/424694 / HA RK 24-138
Beschikking van 26 september 2024
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE VEERE,
zetelend te Domburg,
verzoekster,
advocaten mr. J.J. Hoekstra en mr. F.A.J Steenbakkers te Rotterdam
en
1.[belanghebbende 1] ,
2.
[belanghebbende 2],
[belanghebbende 2],
3.
[belanghebbende 3],
[belanghebbende 3],
4.
[belanghebbende 4],
[belanghebbende 4],
allen wonende te [plaats 1] ,
belanghebbenden,
advocaat mr. E.W.J. de Groot te Breda.
Partijen zullen hierna de gemeente en [belanghebbenden] worden genoemd.
1.Het verzoek
1.1.
De gemeente heeft de rechtbank bij verzoekschrift, bij de griffie ingediend op 17 juli 2024, verzocht om:
ingevolge artikel 9.16 Omgevingswet (hierna: Ow) een oordeel over de prijs te geven;
ingevolge artikel 16.122 lid 1 Ow een of meer deskundigen te benoemen die een advies uitbrengen over de prijs voor de percelen na plaatsopneming;
ingevolge artikel 16.122 lid 2 Ow met inachtneming van de artikelen 15.21 tot en met 15.25 van de Ow een oordeel over de prijs voor de percelen te geven;
ingevolge artikel 16.123 lid 1 Ow binnen zes maanden na ontvangst van dit verzoek bij beschikking uitspraak te doen;
ingevolge artikel 16.123 lid 4 Ow de door de gemeente aan [belanghebbenden] te betalen proceskostenvergoeding te bepalen.
2.De beoordeling
2.1.
De gemeente stelt dat er een woningbouwopgave bestaat om in de periode 2022 tot en met 2030 ongeveer 850 woningen te realiseren. De gemeente wil deze woningen realiseren binnen de diverse kernen van de gemeente. Om hieraan uitvoering te kunnen geven wil de gemeente de regie houden over de herontwikkeling tot woningbouw. Een van de locaties waarover de gemeente regie wenst te houden ligt aan de rand van de kern van [plaats 1] .
2.2.
Het college van B en W van de gemeente (hierna: het college) heeft bij besluit van 14 november 2023 op grond van artikel 6 van de Wet voorkeursrecht gemeenten (oud) een voorlopig voorkeursrecht gevestigd op de aan [belanghebbenden] in onverdeelde eigendom toebehorende percelen kadastraal bekend:
- [kadastrale aanduiding 1] , groot 14.065 m²
- [kadastrale aanduiding 2] , groot 9.665 m²
(hierna: de percelen).
2.3.
Dit besluit is gepubliceerd in het Gemeenteblad van 15 november 2023. Het college heeft op 15 november 2023 een kennisgeving aan [belanghebbenden] gestuurd. Het besluit is in werking getreden op 16 november 2023.
2.4.
De percelen zijn weergegeven op de bij het besluit van het college behorende kadastrale tekening en de perceelslijst.
2.5.
De gemeenteraad van de gemeente Veere heeft op grond van artikel 9.1 lid 1 aanhef en sub c Omgevingswet (Ow) bij besluit van 8 februari 2024 (hierna: het besluit) een voorkeursrecht gevestigd op de percelen. Dit besluit is op 12 februari 2024 gepubliceerd in het Gemeenteblad. Op 13 februari 2024 is het besluit ingeschreven in de openbare registers van het Kadaster.
2.6.
[belanghebbenden] en de gemeente onderhandelen sinds februari 2024 over de vervreemdingsvoorwaarden.
2.7.
[belanghebbenden] heeft het college, bij de aan het college op 28 juni 2024 ter hand gestelde brief, uitgenodigd om in onderhandeling te treden over vervreemding aan de gemeente van de onroerende zaken waarop artikel 9.7 Ow van toepassing is (artikel 9.12 Ow). Bij deze brief heeft [belanghebbenden] het college ook verzocht om de rechtbank binnen vier weken te verzoeken een oordeel over de prijs te geven.
2.8.
Het college heeft op 9 juli 2024 besloten, collegebesluit [nummer] , om de percelen in beginsel aan te kopen tegen nader overeen te komen voorwaarden. Het college heeft daarbij tevens besloten bereid te zijn om de rechtbank te verzoeken om een oordeel over de prijs te geven. Het college heeft bij aangetekende brief een afschrift van het verzoekschrift gestuurd aan [belanghebbenden] Die afschriften zijn op 18 juli 2024 bij ieder van [belanghebbenden] bezorgd.
2.9.
Deze procedure heeft betrekking op een onherroepelijk voorkeursrecht dat na inwerkingtreding van de Ow is gevestigd. Op deze procedure is dus de Ow van toepassing.
2.10.
De rechtbank heeft bij brief van de griffier van 30 juli 2024 meegedeeld welke drie deskundigen de rechtbank wil benoemen en partijen in de gelegenheid gesteld, indien en voor zover tegen benoeming van (één van) deze deskundigen bezwaar mocht bestaan, het, gemotiveerde, bezwaar aan de rechtbank kenbaar te maken. Géén van partijen heeft binnen de daartoe gestelde termijn bezwaar gemaakt.
2.11.
De rechtbank zal overgaan tot benoeming van drie deskundigen, met opdracht aan deze deskundigen om een advies uit te brengen over de waarde van de percelen overeenkomstig artikel 15.21 tot en met 15.25 Ow. De rechtbank zal ook een rechter-commissaris benoemen om bij de opneming door de deskundigen van de percelen aanwezig te zijn.
2.12.
De rechtbank zal iedere verdere beslissing aanhouden.
3.De beslissing
De rechtbank
3.1.
benoemt tot deskundigen:
mr. [deskundige 1] (voorzitter)
[bedrijf 1]
[adres 1]
[postcode 1] [plaats 2]
telefoonnummer: [telefoonnummer 1]
e-mail: [e-mailadres 1]
ing. [deskundige 2]
[bedrijf 2] B.V.
[adres 2]
[postcode 2] [plaats 3]
telefoonnummer: [telefoonnummer 2]
e-mail: [e-mailadres 2]
ing. [deskundige 3]
[bedrijf 3]
[adres 3]
[postcode 3] [plaats 4]
telefoonnummer: [telefoonnummer 3]
e-mail: [e-mailadres 3] .
3.2.
draagt aan de benoemde deskundigen op om een advies uit te brengen over de waarde van de percelen overeenkomstig artikel 15.21 tot en met 15.25 Ow;
3.3.
benoemt mr. Van der Lende-Mulder Smit tot rechter-commissaris om, vergezeld door de griffier, bij het opnemen door de deskundigen van de percelen aanwezig te zijn;
3.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. Kool en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2024.