Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1976 te [geboorteplaats], [land] ;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 18 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van deze zorgmachtiging was ingediend door de officier van justitie, naar aanleiding van de situatie van betrokkene, geboren in 1976, die momenteel verblijft in een accommodatie voor geestelijke gezondheidszorg. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en maatschappelijke teloorgang.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 september 2024 werd betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, mr. V.C. Andeweg. De psychiater bevestigde dat betrokkene een langdurige psychiatrische voorgeschiedenis heeft en dat verplichte zorg noodzakelijk is om hem te stabiliseren, vooral gezien zijn eerdere ontregelingen na het stoppen met medicatie. Betrokkene zelf ontkent de noodzaak van verplichte zorg, maar de rechtbank oordeelde dat de risico's van ontregeling en de kans op herhaling van ernstige problemen te groot zijn om geen zorgmachtiging te verlenen.
De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie om verplichte zorg te verlenen, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het uitoefenen van toezicht, toegewezen. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 18 maart 2025. De rechtbank concludeerde dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is. De beschikking is mondeling gegeven door rechter Meyboom en schriftelijk uitgewerkt op 2 oktober 2024.