Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 2 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en de spreekaantekeningen van mr. O’Keefe.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak vordert [eiseres], die in dienst was bij Autostrada B.V., betaling van meeruren en verlofuren. De arbeidsovereenkomst eindigde op 31 januari 2022, waarna [eiseres] aanspraak maakte op uitbetaling van 69,29 meeruren en 7,16 verlofuren. Autostrada betwistte de vordering en stelde dat er geen opdracht was gegeven voor meerwerk. De kantonrechter oordeelde dat niet is aangetoond dat [eiseres] in opdracht van Autostrada meeruren heeft gewerkt. De kantonrechter concludeerde dat de vorderingen van [eiseres] niet toewijsbaar zijn, omdat de werkzaamheden niet als meeruren zijn aangemerkt en de verrekening van verlofuren was overeengekomen. [eiseres] werd veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 596,00. Het vonnis is uitgesproken op 3 januari 2024.