ECLI:NL:RBZWB:2024:6784

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 augustus 2024
Publicatiedatum
4 oktober 2024
Zaaknummer
10826583 - MB VERZ 23-467
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens onduidelijke gedraging en gebrek aan bewijs

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 augustus 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het stilstaan op een trottoir, voetpad, fietspad of ruiterpad op de Stalstraat te Goes op 23 maart 2022. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 5 augustus 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar de officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze. De betrokkene voerde aan dat de gedraging niet had plaatsgevonden, omdat de straat waar haar auto stond volgens haar een rijbaan was. Ze stelde dat er zelden mensen lopen en dat er geen winkelend publiek is. De betrokkene had haar auto met alarmlichten aan voor twintig minuten geparkeerd om te laden en lossen.

De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de gedraging vast te stellen. De zittingsvertegenwoordiger had opgemerkt dat er geen gedraginggegevens in het dossier waren opgenomen en dat er geen foto’s van de gedraging beschikbaar waren. De kantonrechter volgde het standpunt van de zittingsvertegenwoordiger en concludeerde dat de boete ten onrechte was opgelegd. Het beroep werd gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd werden vernietigd, en het bedrag dat de betrokkene als zekerheid had betaald, moest worden terugbetaald.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10826583 \ MB VERZ 23-467
CJIB-nummer : 0062 5422 4862 4867
uitspraakdatum : 5 augustus 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
[adres]
[woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 augustus 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: stilstaan op het trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of het ruiterpad (niet de rijbaan gebruiken) op de Stalstraat te Goes op 23 maart 2022 om 12:30 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Naar de mening van betrokkene is de straat waar haar auto stond wel een rijbaan, want er lopen zelden mensen en er is geen winkelend publiek. Betrokkene stelt haar auto daar voor twintig minuten te hebben laten staan met de alarmlichten aan. Deze straat was in de ogen van betrokkene de veiligste straat om haar auto weg te zetten voor het laden en lossen. Op de pleeglocatie staan volgens betrokkene dagelijks auto’s en werkbussen voor werkzaamheden en om te laden en lossen.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren, omdat er geen gedraginggegevens in het zaakoverzicht zijn opgenomen. Ook zitten er geen foto’s van de gedraging in het dossier. De zittingsvertegenwoordiger heeft foto’s opgevraagd, maar de betreffende verbalisant heeft de foto’s niet meer tot zijn beschikking.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. De kantonrechter neemt het standpunt van de zittingsvertegenwoordiger over en benadrukt dat het gehele dossier te weinig informatie bevat om de gedraging vast te kunnen stellen. Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd. Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 109,- dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.H. de Brouwer, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: