Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 augustus 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht op de Schroeweg in Middelburg op 4 mei 2023. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, stelde dat de gedraging niet had plaatsgevonden, omdat het verkeerslicht op groen stond toen zij naderde. De gemachtigde voegde toe dat zij een aanhanger achter haar bus had, wat invloed had op haar remgedrag. De officier van justitie had het beroep ongegrond verklaard, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedraging wel degelijk had plaatsgevonden. Echter, de kantonrechter vond aanleiding om de boete te matigen, gezien de omstandigheden waaronder de gedraging had plaatsgevonden. De boete werd verlaagd tot € 200,- en de officier van justitie werd opgedragen om een te veel betaald bedrag van € 80,- terug te betalen aan de betrokkene. De uitspraak werd openbaar gedaan en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.