ECLI:NL:RBZWB:2024:6766

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 augustus 2024
Publicatiedatum
4 oktober 2024
Zaaknummer
11030365 - MB VERZ 24-275
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete ongegrond verklaard na vaststelling gedraging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 augustus 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 11 kilometer per uur te hard op een (auto)weg buiten de bebouwde kom op de N253 te Sluis op 17 maart 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 5 augustus 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door een gemachtigde. De officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze.

Betrokkene voerde in zijn beroepschrift aan dat het voertuig ten tijde van de constatering van de overtreding was verkocht en dat de nieuwe eigenaar verantwoordelijk zou zijn voor de gedraging. De zittingsvertegenwoordiger heeft echter aangetoond dat het voertuig nog steeds op naam van betrokkene stond volgens het Europese Kentekenregister. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs was dat de gedraging had plaatsgevonden en dat de boete terecht was opgelegd. De kantonrechter heeft ook geen aanleiding gezien om de boete te matigen, aangezien de betrokkene niet tijdig het voertuig op naam van de koper had overgeschreven.

De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de opgelegde boete blijft staan. Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.H. de Brouwer, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11030365 \ MB VERZ 24-275
CJIB-nummer : 6062 5422 5652 4951
uitspraakdatum : 5 augustus 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
[adres]
[woonplaats] ( [land] )
hierna: betrokkene
gemachtigde : [bedrijf]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 augustus 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 11 kilometer per uur harder rijden dan mag p een (auto)weg buiten de bebouwde kom op de N253 (rechts, van Sint Anna ter Muiden richting Heilleweg) te Sluis op 17 maart 2023 om 18:12 uur.
Betrokkene heeft in het beroepsschrift samengevat aangevoerd dat het voertuig was verkocht ten tijde van de constatering van de verweten gedraging. De persoon/het bedrijf die het voertuig had gekocht is verantwoordelijk voor de gedraging die is verricht met het voertuig.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Betrokkene heeft in het dossier een verkoopfactuur overlegd. De zittingsvertegenwoordiger heeft echter via het Europese Kentekenregister geconstateerd dat het voertuig nog steeds op de naam van betrokkene stond.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat betrokkene had aangegeven dat het voertuig ten tijde van de gedraging was verkocht. Op de dag van het vaststellen van de gedraging, op 17 maart 2023, stond het kenteken nog op naam van betrokkene. Op het moment dat een voertuig in [land] wordt verkocht, is er een termijn van dertig dagen om het voertuig over te laten zetten op naam van de koper. Na het raadplegen van het Europese Kentekenregister door de zittingsvertegenwoordiger blijkt dat het kenteken na het bedoelde termijn nog steeds op naam van betrokkene stond. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.H. de Brouwer, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: