ECLI:NL:RBZWB:2024:6741
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen besluit UWV wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 oktober 2024, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het UWV van 4 mei 2023 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, welke termijn eindigde op 15 juni 2023. Eiser heeft pas op 10 februari 2024 een brief naar het UWV gestuurd, die als beroepschrift is doorgestuurd naar de rechtbank. De rechtbank ontving het beroepschrift op 19 maart 2024, ver buiten de termijn. Eiser heeft als reden voor de late indiening opgegeven dat de GGZ de diagnose te laat heeft afgegeven, maar de rechtbank oordeelt dat dit geen verschoonbare reden is. Eiser had eerder beroep kunnen instellen en later kunnen aanvullen met de diagnose. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is en dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank adviseert het UWV om de brief van eiser van 23 april 2024, met de bijgevoegde diagnose, in behandeling te nemen als een verzoek om herbeoordeling.