Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
2. verdachte samen met (een) ander(en) op 21 januari 2022 een hoeveelheid cocaïne in bezit heeft gehad, dan wel dat hij daaraan medeplichtig is geweest.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
nauwe en bewuste samenwerkingmet (een) ander(en) gericht op het voltooien
(gezamenlijk uitvoeren)van het delict. Het
bewustsamenwerken ziet op het willens en wetens samenwerken (opzet) met het oog op het verrichten van de strafbare gedraging (opzet op de gedraging van het gronddelict).
5.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan de onder 1 en 2 (zowel primair als subsidiair) ten laste gelegde feiten.
6.Bijlage I
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 9 december 2021 tot en met 21 januari 2022 te [plaats] en/of elders in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt
en/of vervoerd,in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (telkens) een (gebruikers)hoeveelhe(i)d/(en) van een materiaal bevattende cocaine, zijnde
cocaine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
21 januari 2022 te [plaats] en/of elders in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen die [naam] , opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd
en/of verstrekt en/of vervoerd,in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (telkens)een (gebruikers)hoeveelhe(i)d/(en) van een materiaal bevattende cocaine,
zijnde cocaine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
9 december 2021 tot en met 21 januari 2022 te [plaats] en/of elders in Nederland,
opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door: aan die [naam] of onbekend gebleven persoon/personen zijn (personen)auto Renault Megane met [kenteken] ter beschikking te stellen;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek
van Strafrecht )
hij op of omstreeks 21 januari 2022 te [plaats] , tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 979 gram, in
elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaine, zijnde cocaine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet )
[straat] ) ongeveer 979 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaine, zijnde cocaine een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door (als sleutelhouder) aan die [naam] of die onbekend gebleven persoon/personen een of meer ruimte( s) in
voornoemde woning voor de opslag van cocaine ter beschikking te stellen;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet )