In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 januari 2024, wordt het beroep van eiseres, een B.V. uit [plaats], tegen de afwijzing van haar verzoek om wijziging van voorschrift 7.2.2 van haar omgevingsvergunning voor milieu beoordeeld. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk had het wijzigingsverzoek op 20 juli 2022 afgewezen, en deze afwijzing werd in een bestreden besluit van 22 mei 2023 gehandhaafd. De rechtbank heeft op 28 november 2023 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het college het verzoek van eiseres niet op de juiste wijze heeft getoetst aan artikel 8.42, vierde lid van de Wet milieubeheer (Wm). Eiseres heeft aannemelijk gemaakt dat zij niet in staat is om te voldoen aan de eisen van het voorschrift, dat een absolute resultaatverplichting inhoudt. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit, waarbij het college wordt opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres. Tevens wordt het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.750,- en het betaalde griffierecht van € 365,-.
De rechtbank benadrukt dat het college bij de nieuwe beslissing rekening moet houden met het deskundigenrapport dat door eiseres is overgelegd en dat het college ook moet onderzoeken of het voorschrift 7.2.2 rechtmatig is. Dit biedt ruimte voor een heroverweging van de situatie, waarbij ook de belangen van omwonenden in acht moeten worden genomen. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.