Op 2 oktober 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 8 oktober 2023 een andere persoon met een hobbymesje heeft verwond. De verdachte werd beschuldigd van poging tot moord, poging tot doodslag en zware mishandeling. Tijdens de zitting op 18 september 2024 heeft de officier van justitie vrijspraak gevraagd voor de poging tot moord, omdat niet bewezen kon worden dat de verdachte met voorbedachte rade handelde. De rechtbank heeft deze vrijspraak gevolgd en ook de poging tot doodslag niet bewezen geacht, maar heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan zware mishandeling. De rechtbank oordeelde dat de snijwonden die de aangever had opgelopen, als zwaar lichamelijk letsel moesten worden aangemerkt. De verdachte heeft een gevangenisstraf van acht maanden gekregen, waarvan één maand voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en een behandelverplichting. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het in beslag genomen mes onttrokken moet worden aan het verkeer. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar gemaakt op 2 oktober 2024.