ECLI:NL:RBZWB:2024:6609

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
27 september 2024
Zaaknummer
10966243 CV EXPL 24-709
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen inzake onterechte BKR-registratie door Vesting Finance Incasso

In deze civiele procedure heeft eiser, procederend in persoon, vorderingen ingesteld tegen Vesting Finance Incasso B.V. met betrekking tot een vermeende onterechte registratie in het BKR-register. Eiser vorderde onder andere dat Vesting Finance Incasso zou worden veroordeeld om de registratie te verwijderen en aansprakelijk te worden gesteld voor de schade die voortvloeit uit deze registratie. Eiser stelde dat er geen overeenkomst bestond tussen hem en Vesting Finance Incasso en dat de registratie had geleid tot een weigering van zijn hypotheekaanvraag.

Vesting Finance Incasso betwistte de vorderingen en stelde dat eiser de verkeerde partij had aangeklaagd. Volgens Vesting Finance Incasso was de registratie in het BKR-register niet door hen gedaan, maar betrof het een oorspronkelijke vordering van Wehkamp die was overgedragen aan InVesting B.V., thans Arrow Global Investments Holdings Benelux B.V. Vesting Finance Incasso stelde dat zij geen bevoegdheid had om registraties te verwijderen, omdat zij geen deelnemer was aan het BKR.

De kantonrechter oordeelde dat eiser onvoldoende feiten en omstandigheden had gesteld die zouden aantonen dat Vesting Finance Incasso gehouden was de registratie te verwijderen. De rechter concludeerde dat Vesting Finance Incasso niet verantwoordelijk was voor de registratie en dat eiser in het ongelijk was gesteld. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten van Vesting Finance Incasso, die op € 205,00 werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10966243 \ CV EXPL 24-709
Vonnis van 25 september 2024
in de zaak van
[eiser],
te [plaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
procederend in persoon,
tegen
VESTING FINANCE INCASSO B.V.,
te Amersfoort,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Vesting Finance Incasso,

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 februari 2024 met producties 1 t/m 9;
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 6;
- de conclusie van repliek met producties 1 t/m 8;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
[eiser] vordert - samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Vesting Finance Incasso te veroordelen om binnen 3 dagen na het te wijzen vonnis de volledige BKR-registratie, inclusief achterstand en eventuele coderingen te verwijderen en verwijderd te houden, op straffe van een dwangsom;
II. te verklaren voor recht dat Vesting Finance Incasso onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld vanwege het registeren bij het BKR of het niet op het eerste verzoek verwijderen van de initiële codering en de achterstandscodering, en dat Vesting Finance Incasso ook aansprakelijk is voor de schade die hieruit voortvloeit;
III. Vesting Finance Incasso te veroordelen in de kosten van de procedure.
2.2.
[eiser] legt -samengevat- het volgende ten grondslag aan zijn vorderingen. Vesting Finance Incasso heeft ten onrechte een vordering op [eiser] geregistreerd in het kredietregister van de BKR. Er is geen overeenkomst tussen Vesting Finance Incasso en [eiser] . Vesting Finance Incasso heeft geen vordering op [eiser] . Door de registratie in het BKR-register is een aanvraag van [eiser] bij een hypotheekverstrekker geweigerd. Indien de registratie niet wordt verwijderd, kan [eiser] niet met succes een hypotheek aanvragen.
2.3.
Vesting Finance Incasso meent dat [eiser] de verkeerde partij in rechte heeft betrokken en dat zijn vorderingen moeten worden afgewezen. Zij voert aan dat zij geen vordering op [eiser] heeft geregistreerd in het BKR-register en dat ook niet kan omdat zij daartoe niet bevoegd is. Zij kan daarom ook geen registraties verwijderen. De vordering op [eiser] in het BKR-register betreft een oorspronkelijke vordering van Wehkamp die is overgedragen aan InVesting B.V., thans genaamd Arrow Global Investments Holdings Benelux B.V. Die vordering is namens Arrow Global Investments Holding Benelux B.V. door Vesting Finance Servicing B.V. als deelnemer aan het BKR geregistreerd in het BKR-register.

3.De beoordeling

3.1.
Mede gelet op de gemotiveerde betwisting door Vesting Finance Incasso ligt het op de weg van [eiser] om voldoende feiten en omstandigheden te stellen waaruit volgt dat Vesting Finance Incasso gehouden is de registratie in het BKR-register te verwijderen. Dat doet hij onvoldoende. Los van het antwoord op de vraag of de vordering die in het BKR-registratie is geregistreerd gegrond is, waarover partijen van mening verschillen, is niet gebleken dat Vesting Finance Incasso de vordering in het BKR heeft geregistreerd of in staat is die te verwijderen.
3.2.
Uit het door Vesting Finance Incasso overgelegde overzicht van de aangesloten organisaties bij de BKR blijkt dat Vesting Finance
Incasso(onderstreping kantonrechter) geen deelnemer is aan het gesloten stelsel van de BKR (productie 1 bij de conclusie van antwoord). Daaruit volgt dat zij ook niet in staat is om BKR-registraties toe te voegen of te verwijderen. Vesting Financial
Servicing(onderstreping kantonrechter) is dat wel. [eiser] heeft -mede gelet op de gemotiveerde betwisting- onvoldoende onderbouwd waarom Vesting Finance Incasso de registratie toch moet verwijderen en daartoe in staat moet worden geacht. De brief van 22 januari 2024, waarin staat dat Vesting Finance Incasso een BKR-registratie heeft laten verwijderen, maakt dit niet anders. Vesting Finance Incasso heeft onweersproken toegelicht dat deze brief op een misverstand berust. Daar komt nog bij dat ‘laten verwijderen’ niet hetzelfde is als ‘verwijderen’, nu bij ‘laten verwijderen’ een opdracht wordt gegeven om te verwijderen en bij ‘verwijderen’ zelf de handeling wordt verricht. Nu niet is gebleken dat Vesting Finance Incasso de BKR-registratie heeft aangemeld of kan doorhalen, wijst de kantonrechter de vorderingen van [eiser] af.
3.3.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Vesting Finance Incasso worden begroot op:
- salaris gemachtigde
164,00
(2 punten × € 82,00)
- nakosten
41,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
205,00

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
4.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 205,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. Borm en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2024.