In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiseres, een B.V. die leningen verstrekt aan ondernemers, gedaagde aangeklaagd voor het terugbetalen van een lening van 12.000 euro. Gedaagde, die een eenmanszaak heeft, heeft de lening aflossingsvrij ontvangen en is in gebreke gebleven met het betalen van de rente. De leningsovereenkomst is digitaal ondertekend via iDIN, en de overeengekomen rente bedraagt 2,38 procent per maand. Eiseres vordert in totaal 14.559,49 euro, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten van 1.082,95 euro.
Tijdens de mondelinge behandeling op 12 september 2024 is gedaagde niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde de lening erkent, maar de rente betwist, stellende dat hij de overeenkomst alleen online heeft gezien. De rechter oordeelt dat digitale overeenkomsten rechtsgeldig zijn en dat gedaagde de rente moet betalen, aangezien hij deze tot november 2023 zonder protest heeft voldaan.
De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen, inclusief de rente vanaf de datum van dagvaarding en de buitengerechtelijke kosten. Gedaagde is ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op 2.496,84 euro. Het vonnis is uitgesproken op 25 september 2024 en is uitvoerbaar bij voorraad.