ECLI:NL:RBZWB:2024:6512

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 september 2024
Publicatiedatum
24 september 2024
Zaaknummer
02-152906-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor de verkoop en opslag van professioneel vuurwerk door een minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 september 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2006, die zich schuldig heeft gemaakt aan de verkoop en opslag van professioneel vuurwerk. De verdachte werd beschuldigd van het opslaan van professioneel vuurwerk in zijn woning en het verkopen ervan aan een pseudokoper via Telegram. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 9 september 2024, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdediging voerde aan dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet leidde tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en de bevindingen van de politie. De verdachte werd veroordeeld tot een werkstraf van 40 uur, waarbij de rechtbank rekening hield met de overschrijding van de redelijke termijn en de pedagogische aspecten van het jeugdstrafrecht. De rechtbank benadrukte het belang van een snelle en doeltreffende reactie in het jeugdstrafrecht, maar ook de noodzaak om de belangen van de maatschappij in overweging te nemen. De rechtbank besloot dat de verdachte strafbaar was, maar legde een relatief milde straf op, gezien zijn leeftijd en de positieve ontwikkeling die hij had doorgemaakt sinds de feiten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 02-152906-22
vonnis van de meervoudige economische kamer van 23 september 2024
in de strafzaak tegen de ten tijde van de feiten minderjarige
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2006 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
raadsman mr. R. Joosen, advocaat te Oosterhout.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld met gesloten deuren op de zitting van 9 september 2024, waarbij de officier van justitie mr. I.M. Peters en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte met een of meer anderen professioneel vuurwerk in (de slaapkamer van) zijn woning heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad (feit 1) en professioneel vuurwerk aan een ander ter beschikking heeft gesteld (feit 2) en te koop heeft aangeboden (feit 3).

3.De voorvragen

3.1
De geldigheid van de dagvaarding
De dagvaarding is geldig.
3.2
De bevoegdheid van de rechtbank
De rechtbank is bevoegd.
3.3
De ontvankelijkheid van de officier van justitie
3.3.1
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt de officier van justitie vanwege de forse overschrijding van de redelijke termijn niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging van verdachte. De termijn waarop vervolging plaatsvond is volgens de verdediging disproportioneel lang. Sinds de aanhouding van verdachte op 19 mei 2022 zijn 2 jaar en 4 maanden verstreken, wat betekent dat de redelijke termijn met 10 maanden is overschreden.
3.3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat zij ontvankelijk is in de vervolging van verdachte. De redelijke termijn van de behandeling van de strafzaak is inderdaad fors overschreden, maar gelet op de jurisprudentie van de Hoge Raad leidt dit niet tot niet-ontvankelijkheid.
3.3.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de berechting van een jeugdstrafzaak, waarbij geen sprake is van bijzondere omstandigheden, heeft als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak op de terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen 16 maanden na aanvang van de redelijke termijn. De redelijke termijn is aangevangen op de dag dat verdachte is aangehouden, te weten 19 mei 2022. Tussen deze datum en de datum van het eindvonnis ligt een periode van 28 maanden. Er is dus sprake van een overschrijding van de redelijke termijn met 12 maanden. Deze vertraging vindt zijn oorsprong in het stilzitten van het openbaar ministerie en is daarmee niet (mede) aan de verdediging te wijten. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad leidt overschrijding van de redelijke termijn niet tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. De rechtbank is van oordeel dat de omstandigheden in deze zaak niet maken dat dit in dit geval anders zou moeten zijn en overweegt daartoe als volgt.
Vaststaat dat verdachte ten tijde van de feiten 16 jaar was en dat het jeugdstrafrecht van toepassing is. De rechtbank stelt voorop dat het – zeker in het jeugdstrafrecht met zijn sterk pedagogische karakter – uitermate onwenselijk is dat verdachte zo lang op zijn berechting heeft moeten wachten. Het doel van een positieve ontwikkeling van een verdachte staat voorop in het jeugdstrafrecht, wat maakt dat een reactie snel, doeltreffend en op maat moet zijn. Aan de andere kant is er het belang van de maatschappij bij vervolging en berechting van een verdachte. Deze belangen moeten tegen elkaar afgewogen worden. Het gaat om ernstige feiten. Naar het oordeel van de rechtbank is er geen aanleiding om van de hoofdregel af te wijken. Uiteraard heeft de rechtbank wel oog voor de doorgemaakte positieve ontwikkeling bij verdachte, maar daarmee kan op een andere wijze rekening worden gehouden. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging.
3.4
De schorsing van de vervolging
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. Verdachte heeft deze bekend.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
tot een bewezenverklaring kan komen behalve ten aanzien van het onderdeel ‘tezamen en in vereniging met een ander of anderen’. De verdediging heeft verzocht verdachte hiervan vrij te spreken. Feit 2 kan wettig en overtuigend bewezen worden. Voor de bewezenverklaring van het onder 3 tenlastegelegde heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met daarbij de opmerking dat gediscussieerd kan worden over het begin van de periode.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Op grond van de bekennende verklaring van verdachte en de bevindingen van de politie met betrekking tot de illegale handel in professioneel vuurwerk op Telegram, de pseudokopen die op 19 mei 2022 hebben plaatsgevonden en de doorzoeking van de woning van verdachte, komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten. Ook het onder 1 tenlastegelegde medeplegen kan naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen worden verklaard, omdat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij alles samen met zijn vriend [naam] heeft gedaan. Tot slot kan naar het oordeel van de rechtbank ook de onder 3 tenlastegelegde periode bewezen worden verklaard. Verdachte heeft ter terechtzitting desgevraagd verklaard dat hij vanaf eind januari/begin februari 2022 vuurwerk heeft verkocht.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
op 19 mei 2022 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- 12 stuks, althans een hoeveelheid, Viper 12, en
- 160 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum 5g, en
- 24 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum 120 dB, en
- 28 stuks, althans een hoeveelheid, Pirat Double, en
- 30 stuks, althans een hoeveelheid, Cobra 6, en
- 100 stuks, althans een hoeveelheid, Pirat Classic, en
- 3 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum Limited Edition, en
- 4 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum 30, en
- 4 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum 50,
heeft opgeslagen (in
deslaapkamer van
zijnwoning) en voorhanden heeft gehad;
2
op 19 mei 2022 te [plaats] , opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- 10 stuks, althans een hoeveelheid, Viper 12, en
- 4 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum 30, en
- 8 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum 50, en
- 9 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum Limited Edition 170 en
- 15 stuks, althans een hoeveelheid, Cobra 6,
aan een ander (te weten pseudokoper P3103) ter beschikking heeft gesteld;
3
in de periode van 28 januari 2022 tot en met 19 mei 2022 te [plaats] , althans in Nederland, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, opzettelijk, teneinde handelingen als bedoeld in artikel 1.2.2 eerste lid van het Vuurwerkbesluit, te weten,
het voorhanden hebben en het opslaan en aan een ander ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, voor te bereiden en te bevorderen,
- heeft getracht anderen te bewegen om die handelingen te plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe
gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en
- heeft getracht zich en/of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen
tot het verrichten van die handelingen te verschaffen, en
- voorwerpen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft te
vermoeden dat zij bestemd zijn tot het verrichten van die handelingen,
immers, heeft verdachte via de applicatie Telegram – zakelijk weergegeven – professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik te koop aangeboden, door middel van berichten waarin onder meer Viper 12, DumBum 5g Gold, Cobra 6, DumBum 170, DumBum 50 en/of DumBum 30 te koop werden aangeboden.
Ten gevolge van een kennelijke omissie in de tenlastelegging, zijn in de laatste regel van het onder 1 tenlastegelegde weggevallen de woorden ‘de’ en ‘zijn’. De rechtbank herstelt deze omissie en leest voormelde zinsnede zoals hiervoor is vermeld. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een werkstraf van 100 uur, subsidiair voor het geval verdachte de werkstraf niet naar behoren heeft verricht te vervangen door 50 dagen jeugddetentie.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de telefoon van verdachte is onderzocht zonder voorafgaande toestemming van de officier van justitie. Hiermee is sprake van een onherstelbaar vormverzuim. Dit moet (op zijn minst) leiden tot strafvermindering. De verdediging heeft verder bepleit dat de forse overschrijding van de redelijke termijn moet leiden tot een fikse strafvermindering. Verdachte was ten tijde van de feiten nog minderjarig. Hij heeft zich sindsdien ontwikkeld en is niet meer met politie en/of justitie in aanraking gekomen. Met de positieve ontwikkeling die hij de afgelopen jaren heeft doorgemaakt is het pedagogisch effect van een berechting nihil, averechts of zelfs negatief van aard, gelet op de termijn tussen de pleegdatum en de datum van het eindvonnis. De verdediging is van mening dat de officier van justitie bij haar vordering onvoldoende rekening heeft gehouden met het vormverzuim alsook met de overschrijding van de redelijke termijn. De verdediging heeft gewezen op de mogelijkheid tot een schuldigverklaring zonder oplegging van een straf. Maar ook een dergelijke veroordeling kan ervoor zorgen dat het moeilijker wordt een Verklaring Omtrent het Gedrag (hierna: VOG) te verkrijgen. Hierdoor zou verdachte nogmaals worden gestraft voor iets wat hij in zijn jonge jaren heeft gedaan. Indien de rechtbank overweegt om artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht toe te passen dan verzoekt de verdediging om in het vonnis een extra overweging op te nemen in verband met een eventuele VOG-procedure, zodat de veroordeling geen reden mag zijn om de afgifte van een VOG te weigeren.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Ernst van de feiten
Verdachte heeft in de periode van 28 januari tot en met 19 mei 2022 zwaar professioneel vuurwerk via Telegram te koop aangeboden en aan voor hem (onbekende) personen verkocht. Ook heeft hij op 19 mei 2022 professioneel vuurwerk verkocht aan een pseudokoper, die via Telegram een bestelling bij hem had geplaatst. In een geheime ruimte op zijn slaapkamer is vervolgens een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk aangetroffen.
Het is algemeen bekend dat vuurwerk gevaarlijke situaties kan opleveren. Er gelden niet voor niets strenge regels voor het opslaan van en de handel in dit professionele vuurwerk. Deze regels zijn opgesteld met het doel om fysiek letsel aan personen en materiële schade door (verkeerd) gebruik van professioneel vuurwerk te voorkomen. Het vuurwerk dat verdachte voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen betrof professioneel vuurwerk dat uitsluitend door personen met gespecialiseerde kennis opgeslagen mag worden, voorhanden mag worden gehouden of tot ontbranding mag worden gebracht. Het afsteken van dit soort vuurwerk door particulieren is gevaarlijk en brengt grote risico’s met zich mee, niet alleen voor degene die het afsteekt, maar ook voor de omstanders. Ernstige gehoorbeschadiging, zwaar lichamelijk letsel of zelfs overlijden kunnen van verkeerd gebruik en opslag het gevolg zijn. Ook wordt regelmatig in het criminele circuit van dergelijk vuurwerk gebruik gemaakt voor het plegen van strafbare feiten, zoals plofkraken en aanslagen. Daarnaast heeft verdachte met de opslag van een dergelijke hoeveelheid vuurwerk in een ruimte in zijn slaapkamer zonder enige veiligheidsmaatregelen een onverantwoord risico genomen en de veiligheid en gezondheid van zijn ouders en zus in gevaar gebracht. Bij ontploffing van dit vuurwerk zijn de gevolgen niet te overzien. Verdachte heeft hier niet bij stilgestaan.
Voorgaande is ook de reden dat er op het plegen van het voorhanden hebben van en de handel in professioneel vuurwerk strenge straffen staan.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte. Daaruit blijkt dat hij nog niet eerder met politie en/of justitie in aanraking is geweest.
Door de Raad is op 27 augustus 2024 een rapport over verdachte uitgebracht. Uit dit rapport en de mondelinge toelichting van de raadsvertegenwoordiger ter zitting komt naar voren dat er geen zorgen zijn over verdachte. Het risico op herhaling van strafbare feiten wordt heel laag ingeschat. Hij lijkt de (mogelijke) gevolgen van zijn handelen niet overzien te hebben en heeft een harde les geleerd. De aanhouding heeft grote indruk gemaakt op verdachte. Hij denkt hier nog regelmatig aan, vermijdt de plek waar het zich heeft afgespeeld en raakt sindsdien geen vuurwerk meer aan. Verdachte is naar de mening van de Raad al gestraft. Hij heeft al meer dan twee jaar te maken met de angst en onzekerheid over wat hem te wachten staat. Hij is bang dat een strafblad negatieve gevolgen zal hebben voor zijn toekomst. Gelet op het tijdsverloop heeft een straf geen pedagogisch effect meer. De Raad adviseert aan verdachte een werkstraf op te leggen. Een leerstraf, geldboete en jeugddetentie zijn overwogen, maar worden niet passend geacht. De verwachting is dat een voorwaardelijke straf een negatief effect zal hebben. De Raad adviseert verdachte om (psychologische) hulp te zoeken om de aanhouding een plaats te geven.
Vormverzuim
Niet ter discussie staat dat de telefoon van verdachte door de politie is onderzocht, terwijl daaraan voorafgaand geen toestemming van de officier van justitie was verkregen. Deze toestemming is eerst achteraf gegeven. Er is derhalve sprake van een onherstelbaar vormverzuim. Verdachte heeft hier naar het oordeel van de rechtbank echter geen nadeel van ondervonden. Hij heeft de feiten bekend. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om de straf vanwege het geconstateerde vormverzuim te matigen en volstaat met de constatering van het verzuim.
Redelijke termijn
De rechtbank heeft hiervoor onder 3.3.3 reeds overwogen dat de redelijke termijn waarbinnen een jeugdstrafzaak moet zijn afgedaan met 12 maanden is overschreden. Er is niet gebleken van bijzondere omstandigheden, die deze overschrijding van de redelijke termijn rechtvaardigen. De rechtbank zal deze overschrijding in strafverminderende zin meewegen.
De op te leggen straf
De rechtbank overweegt dat het gaat om ernstige feiten. De eis van de officier van justitie is gelet daarop alleszins begrijpelijk. Toch zal de rechtbank haar niet volgen in haar strafeis.
Verdachte was 15 en 16 jaar toen hij de feiten pleegde. Inmiddels is hij 18 jaar en werkt hij hard aan zijn toekomst. Ter terechtzitting heeft hij verklaard dat hij spijt heeft en heeft hij zijn verantwoordelijkheid genomen. De fascinatie die hij had voor vuurwerk is verdwenen. De rechtbank overweegt dat het jeugdstrafrecht een sterk pedagogisch karakter kent en dat het pedagogisch effect van een straf op dit moment zeer gering is, gelet op het zeer grote tijdsverloop. Daarnaast is verdachte ook al flink door zijn ouders gestraft. Dat deze zaak zo lang is blijven liggen vindt de rechtbank een kwalijke zaak. Het doel van een straf in dit soort zaken is onder andere om een verdachte er van te doordringen dat hij zich niet meer moet inlaten met professioneel vuurwerk, zeker bij een verdachte die met oud en nieuw graag mooi vuurwerk afsteekt.
De rechtbank is het met de raadsman eens dat de overschrijding van de redelijke termijn negatieve gevolgen kan hebben voor het verkrijgen van een VOG door verdachte. Naar het oordeel van de rechtbank zou dit onwenselijk zijn. Daarom zal zij een zodanige werkstraf opleggen dat de justitiële gegevens van deze veroordeling niet worden verstrekt bij een aanvraag van een VOG. Alles afwegende vindt de rechtbank een werkstraf van 40 uur passend en geboden.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 47, 77a, 77g, 77m, 77n en 77gg van het Wetboek van Strafrecht, artikel 1.2.2. van het Vuurwerkbesluit, artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer en de artikelen 1a, 2, 6 van de Wet op de economische delicten, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:Medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1
van de Wet milieubeheer, opzettelijk gepleegd;
feit 2:Overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet
milieubeheer, opzettelijk gepleegd;
feit 3:Overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet
milieubeheer, opzettelijk gepleegd, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een werkstraf van 40 (veertig) uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht,
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
20 (twintig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.H. Kempen, voorzitter, tevens kinderrechter,
mr. P.W.G. de Beer en mr. D.H. Hamburger, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. A.P.M. Philipsen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 23 september 2024.
Mrs. Kempen en Hamburger zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

9.Bijlage I

De tenlastelegging
1
hij op of omstreeks 19 mei 2022 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, professioneel
vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- 12 stuks, althans een hoeveelheid, Viper 12, en/of
- 160 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum 5g, en/of
- 24 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum 120 dB, en/of
- 28 stuks, althans een hoeveelheid, Pirat Double, en/of
- 30 stuks, althans een hoeveelheid, Cobra 6, en/of
- 100 stuks, althans een hoeveelheid, Pirat Classic, en/of
- 3 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum Limited Edition, en/of
- 4 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum 30, en/of
- 4 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum 50,
althans een hoeveelheid professioneel vuurwerk,
hebben/heeft opgeslagen (in [slaapkamer van] woning) en/of voorhanden
hebben/heeft gehad;
( art 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit )
2
hij op of omstreeks 19 mei 2022 te [plaats] , althans in Nederland, opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- 10 stuks, althans een hoeveelheid, Viper 12, en/of
- 4 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum 30, en/of
- 8 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum 50, en/of
- 9 stuks, althans een hoeveelheid, DumBum Limited Edition 170 en/of
- 15 stuks, althans een hoeveelheid, Cobra 6,
althans een hoeveelheid professioneel vuurwerk,
aan een ander (te weten pseudokoper P3103) ter beschikking heeft gesteld;
( art 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit )
3
hij in of omstreeks de periode van 28 januari 2022 tot en met 19 mei 2022 te
[plaats] , althans in Nederland, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier
gebruik, opzettelijk, teneinde handelingen als bedoeld in artikel 1.2.2 eerste lid van
het Vuurwerkbesluit, te weten,
het voorhanden hebben en/of het opslaan en/of aan een ander ter beschikking
stellen van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, voor te
bereiden en te bevorderen,
- heeft getracht anderen te bewegen om die handelingen te plegen en/of mede te
plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe
gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- heeft getracht zich en/of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen
tot het verrichten van die handelingen te verschaffen, en/of
- voorwerpen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft te
vermoeden dat zij bestemd zijn tot het verrichten van die handelingen,
immers, heeft verdachte via de applicatie Telegram – zakelijk weergegeven –
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik te koop aangeboden,
door middel van berichten waarin onder meer Viper 12, DumBum 5g Gold, Cobra 6,
DumBum 170, DumBum 50 en/of DumBum 30 te koop werden aangeboden;
( art 1.2.2 lid 5 ahf/ond a Vuurwerkbesluit )