Uitspraak
1.Waar de zaak over gaat
2.De procedure
3.De feiten
“Toen wij verbalisanten ter plaatse kwamen, stonden twee personen voor het voertuig. In het voertuig zat niemand. De vrouw van de verdachte zei te hebben gereden. Echter, des gevraagd hebben wij de vrouw laten plaats nemen op de bestuurdersstoel en zij kon net met haar grote teen bij de pendalen. De verdachte had een snee tussen zijn wenkbrauwen die bloedde. Ik zag op het bestuurders airbag bloed. De vrouw had geen verwondingen en op de bijdrijdersairbag geen bloedsporen. Bij de verdachte zag ik op zijn linkerarm een schaafwond. Dit was een typische schaaf wond van de airbag. Ik zag namelijk dat de huis naar boven was geschaafd, richting de elleboog. De bijrijders gordel was gebruikt. Ik kon dit zien door dat de gordel spannen was afgegaan. De gordel van de bestuurder zat nog in de gesp toen wij ter plaatse kwamen. (…)”;
“Ik ben in de stad iets gaan drinken met mijn vriendin. Ik woon al 19 jaar met haar samen. We rijden samen naar huis. Zij reed ik zat er naast. Ik zat wat te appen en toen reden we in een keer tegen die paal. Jullie zeggen dat ik heb gereden omdat die stoel wat naar achteren staat. Het leek echt heel hard, ook al die mist door de airbags in de auto. Ze reed echt rustig. Ik stapte direct uit om bij mijn vriendin. Heel mijn auto zit nu in de kreukels. Ze reed echt niet hard en in één keer tegen die paal. Vraag verbalisant: Ik denk het niet, heb eigenlijk nooit mijn gordel om. Ik zou het niet weten, maar volgens mij niet.”
“(…)Wat dekt uw autoverzekering nooit?
4.Het geschil
5.De beoordeling
6.De beslissing
woensdag 10 juli 2024voor uitlating door [gedaagde] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, hij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, hij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun gemachtigden in de maanden
augustustot en met
novemberdan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de kantonrechter en de wederpartij moeten toesturen,