ECLI:NL:RBZWB:2024:6420
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premievolksverzekeringen 2017
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, die op 22 december 2022 een aanslag inkomstenbelasting en premievolksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2017 heeft opgelegd. De inspecteur heeft de aanslag vastgesteld op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 61.734, en heeft daarnaast belastingrente in rekening gebracht. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt, maar dit is door de inspecteur ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 7 augustus 2024 behandeld, waarbij belanghebbende niet aanwezig was, ondanks dat hij tijdig was uitgenodigd.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de aanslag en de belastingrentebeschikking beoordeeld. Belanghebbende betwist de juistheid van de door zijn werkgever, [B.V.], verstrekte gegevens, maar heeft dit niet met bewijsstukken onderbouwd. De rechtbank concludeert dat de inspecteur de aanslag niet tot een te hoog bedrag heeft vastgesteld en dat er geen aanleiding is om de belastingrentebeschikking te wijzigen. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de aanslag en de belastingrentebeschikking in stand blijven. De rechtbank ziet geen reden voor een proceskostenvergoeding of vergoeding van het griffierecht.