Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van 90 dagen, waarvan 60 voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden:
dadelijk uitvoerbaarzijn;
een taakstraf van 120 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
60 dagen;
3 jaar op geen enkele wijze
1 week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden;
dadelijk uitvoerbaaris omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich belastend zal gedragen jegens voornoemde personen;
3 jaar zich niet zal ophouden in de straat:
1 week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden;
dadelijk uitvoerbaaris omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich belastend zal gedragen jegens voornoemde personen;
[benadeelde]van
€ 2.675,19te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
36 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;