Op 18 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift en oplichting. De verdachte, geboren in 1980, heeft gedurende een periode van anderhalf jaar valse declaraties ingediend bij Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. voor reiskosten die niet overeenkwamen met de daadwerkelijk gemaakte afspraken bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in totaal 501 ritten heeft gedeclareerd, terwijl zij slechts twaalf fysieke afspraken heeft gehad. De officier van justitie heeft de verdachte beschuldigd van meermalen gepleegde valsheid in geschrift en oplichting, en de rechtbank heeft deze beschuldigingen wettig en overtuigend bewezen geacht.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 140 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaar. De vordering van de benadeelde partij, Zilveren Kruis, is deels toegewezen, waarbij de rechtbank heeft bepaald dat de verdachte € 15.259,10 aan schadevergoeding moet betalen voor de ten onrechte gedeclareerde reiskosten. De rechtbank heeft ook de onderzoekskosten van € 517,50 aan de benadeelde partij toegewezen. De beslissing is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing waren ten tijde van de feiten.