ECLI:NL:RBZWB:2024:6410

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 september 2024
Publicatiedatum
18 september 2024
Zaaknummer
02-013485-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor eendaadse samenloop van valsheid in geschrift en oplichting met taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf

Op 18 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift en oplichting. De verdachte, geboren in 1980, heeft gedurende een periode van anderhalf jaar valse declaraties ingediend bij Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. voor reiskosten die niet overeenkwamen met de daadwerkelijk gemaakte afspraken bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in totaal 501 ritten heeft gedeclareerd, terwijl zij slechts twaalf fysieke afspraken heeft gehad. De officier van justitie heeft de verdachte beschuldigd van meermalen gepleegde valsheid in geschrift en oplichting, en de rechtbank heeft deze beschuldigingen wettig en overtuigend bewezen geacht.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 140 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaar. De vordering van de benadeelde partij, Zilveren Kruis, is deels toegewezen, waarbij de rechtbank heeft bepaald dat de verdachte € 15.259,10 aan schadevergoeding moet betalen voor de ten onrechte gedeclareerde reiskosten. De rechtbank heeft ook de onderzoekskosten van € 517,50 aan de benadeelde partij toegewezen. De beslissing is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing waren ten tijde van de feiten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-013485-23
vonnis van de meervoudige kamer van 18 september 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1980 te [geboorteplaats]
wonende te [woonadres]

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 5 september 2024. Verdachte is niet verschenen. Tegen verdachte is verstek verleend. De officier van justitie, mr. D. Colak, heeft haar standpunt kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, en aan oplichting.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
4.2.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.2.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Uit het dossier volgt dat verdachte sinds april 2019 onder behandeling stond bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht (hierna: UMC Utrecht) wegens schildklierkanker. Zij heeft daar in de periode van 3 april 2019 tot en met 20 juli 2020 op twaalf data fysieke afspraken gehad. De overige 43 afspraken die door het UMC Utrecht zijn geregistreerd, betroffen telefonische consulten. Verdachte mocht voor wat betreft de fysieke afspraken bij haar zorgverzekeraar Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. (hierna: Zilveren Kruis) de reiskosten declareren vanaf haar huisadres te [plaats] naar het UMC Utrecht. Uit onderzoek van Zilveren Kruis is echter naar voren gekomen dat de door verdachte gedeclareerde ritten qua data en hoeveelheid niet overeenkomen met de fysieke afspraken en behandelingen zoals door het UMC Utrecht geregistreerd. In totaal heeft verdachte in de periode van 2 januari 2019 tot en met 20 juli 2020 501 ritten gedeclareerd, terwijl zij er dus maar twaalf gemaakt heeft. Verdachte heeft bij de politie een deels bekennende verklaring afgelegd en verklaard dat zij voor een deel vals opgemaakte declaratieformulieren heeft ingediend.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde valsheid in geschrift en oplichting door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels. Voor wat betreft de oplichting overweegt de rechtbank nog dat verdachte niet strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor de reiskosten die zij heeft gedeclareerd voor de fysieke afspraken die wel hebben plaatsgevonden.
De rechtbank becijfert het benadelingsbedrag onder feit 2 dan ook als volgt:
In totaal is er in de genoemde periode € 15.655,86 aan verdachte uitbetaald door het Zilveren Kruis als vergoeding voor haar reiskosten. Uit het dossier blijkt (bijvoorbeeld uit het declaratieoverzicht op pagina 104 van het zaaksdossier) dat aan verdachte voor 15 ritten van 109 km (1.635 km in totaal) er in 2019 € 490,50 werd vergoed. Dit komt neer op € 0,30 per kilometer in 2019.
De kilometervergoeding in 2020 bedroeg € 0,32 per kilometer. Dit blijkt (bijvoorbeeld) uit het declaratieoverzicht op pagina 128 van het zaaksdossier waar zij voor 1.635 km een vergoeding van € 523,20 ontving. Tien van de fysieke afspraken waar verdachte wel is geweest vonden plaats in 2019 en twee in 2020. Dit zou neerkomen op:
2020: 2 x 109 km = 218 km x € 0,32 = € 69,76
2019: 10 x 109 km = 1.090 km x € 0,30 = 327,00
Deze bedragen moet worden afgetrokken van het in de genoemde periode uitbetaalde bedrag van € 15.655,86. De rechtbank stelt daarom het geldbedrag waarvoor verdachte Zilveren Kruis heeft opgelicht vast op € 15.259,10.
4.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
feit 1
in de periode van 2 januari 2019 tot en met 28 juli 2020 in Nederland, meermalen opzettelijk geschriften, die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, door een hoeveelheid ritten eigen vervoer te declareren bij Zilveren Kruis Zorgverzekering N.V. terwijl daar geen fysieke behandelingen of fysieke afspraken in het Universitair Medisch Centrum Utrecht tegenover hebben gestaan
met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken;
feit 2
in de periode van 2 januari 2019 tot en met 28 juli 2020 in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten 15.259,10 euro, door telkens gefingeerde declaraties van reiskosten in te dienen van een hoeveelheid ritten naar het Universitair Medisch Centrum Utrecht, waardoor Zilveren Kruis Zorgverzekering N.V. de declaraties heeft uitgekeerd, terwijl zij, verdachte, op de in de declaratie genoemde data geen afspraken/behandelingen in het Universitair Medisch Centrum Utrecht had staan.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die haar strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een taakstraf voor de duur van 140 uren en een gevangenisstraf van één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
6.2
Het oordeel van de rechtbank
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende een periode van anderhalf jaar schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift en oplichting door het indienen van vals opgemaakte declaratieformulieren. Daarmee heeft zij het vertrouwen geschaad dat Zilveren Kruis moet kunnen hebben in de juistheid van de aan haar overgelegde documenten. Verdachte heeft puur uit eigen belang gehandeld met het oog op financieel gewin. Door haar handelen heeft zij op grove wijze misbruik gemaakt van het zorgstelsel, waardoor Zilveren Kruis financieel is benadeeld.
Persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte. Daaruit blijkt dat zij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Verder heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsadvies van 7 juni 2024. Daaruit volgt dat er sprake is van problemen op het gebied van financiën, gezondheid en huisvesting. De reclassering schat het recidiverisico in als laag en adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden. Ten aanzien van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf ziet de reclassering negatieve consequenties, nu verdachte een alleenstaande moeder is van twee minderjarige kinderen die hun vader recent zijn verloren. Daarnaast voert verdachte mantelzorgtaken uit voor haar vader.
Strafoplegging
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met de LOVS-oriëntatiepunten. Daaruit volgt dat het uitgangspunt bij fraude met een benadelingsbedrag tussen de € 10.000 en € 70.000 voor iemand die dit feit voor de eerste keer pleegt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee tot vijf maanden is. De rechtbank ziet echter aanleiding om in dit geval niet over te gaan tot het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, omdat verdachte na het overlijden van haar ex-partner alleen de zorg draagt voor haar minderjarige kinderen en het bovendien feiten zijn van al enige tijd geleden. Alles afwegende acht de rechtbank de straf zoals geëist door de officier van justitie passend en geboden en legt aan verdachte op een taakstraf voor de duur van 140 uren, te vervangen door 70 dagen hechtenis als verdachte deze niet naar behoren zou verrichten, en een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Dit betekent dat als verdachte de taakstraf niet of niet goed uitvoert of wanneer zij gedurende de proeftijd weer een strafbaar feit zou plegen zij alsnog naar de gevangenis gestuurd kan worden.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij Zilveren Kruis vordert een schadevergoeding van € 16.173,36 aan materiële schade voor feit 1 en 2.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte deze feiten heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat zij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
Ten onrechte gedeclareerde reiskosten
De benadeelde partij vordert een bedrag van 15.655,86 voor ten onrechte gedeclareerde reiskosten. De rechtbank acht de gevorderde schadevergoeding toewijsbaar tot een bedrag van € 15.259,10, omdat de vergoeding voor de reiskosten die zij wel daadwerkelijk heeft gemaakt daarvan moeten worden afgetrokken. Voor de rechtbank is onvoldoende vast komen te staan op grond waarvan de benadeelde partij ook dit bedrag zou kunnen terugvorderen. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. Dit deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Onderzoekskosten
De benadeelde partij vordert tevens een bedrag van € 517,50 aan onderzoekskosten. Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit. De rechtbank acht dit bedrag volledig toewijsbaar.
Wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij vordert vergoeding van wettelijke rente. Nu zij niet heeft toegelicht vanaf wanneer deze rente over welke bedragen wordt gevorderd, zal de rechtbank de wettelijke toewijzen vanaf het einde vanaf de laatste datum waarop ten onrechte reiskostenvergoeding is geclaimd, te weten 20 juli 2020.
De rechtbank zal aan verdachte geen verplichting opleggen tot het betalen van de gevorderde bedragen aan de Staat, zoals door Zilveren Kruis is verzocht. Aan doel en strekking van de schadevergoedingsmaatregel, zoals bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht, ligt de gedachte ten grondslag het slachtoffer de inning van het aan hem verschuldigde uit handen te nemen. Van een zorgverzekeraar mag worden verwacht dat zij zelf de wegen kent om een toegewezen vordering te (laten) incasseren. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel niet passend.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 55, 57, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.3 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 en 2:eendaadse samenloop van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, en
oplichting, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 140 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
70 dagen;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Benadeelde partij Zilveren Kruis
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
Zilveren Kruisvan
€ 15.776,60, aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 juli 2020 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
Dit vonnis is gewezen door mr. F.L. Donders, voorzitter, mr. M. van de Wetering en mr. D.L.J. Martens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D. van Spelde, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 september 2024.
Mr. Donders is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
De tenlastelegging
1
Zij in of omstreeks de periode van 2 januari 2019 tot en met 28 juli 2020 te [plaats] , in elk geval in Nederland, Meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk geschriften, die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door een hoeveelheid ritten eigen vervoer te declareren bij Zilveren Kruis Zorgverzekering N.V. terwijl daar geen fysieke behandelingen of fysieke afspraken in het Universitair Medisch Centrum Utrecht tegenover hebben gestaan
met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
( art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
Zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 januari 2019 tot en met 28 juli 2020 te [plaats] , in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten 15.280,87 euro, in elk geval een geldbedrag, door (telkens) (gefingeerde) declaraties van reiskosten in te dienen van een hoeveelheid ritten naar het Universitair Medisch Centrum Utrecht, waardoor Zilveren Kruis Zorgverzekering N.V. de declaraties heeft uitgekeerd, terwijl zij, verdachte, op de in de declaratie genoemde data geen afspraken/behandelingen in het Universitair Medisch Centrum Utrecht had staan;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht )