2.3De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
3. Eiser heeft op 15 oktober 2022 een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten
van een medisch dieet ingediend. Eiser stelt dat hij zich vanwege hartfalen en slaapapneu
aan een medisch dieet moet houden. Dit houdt volgens hem in dat hij zoutarm en gezond
moet eten. Door zijn financiële situatie zegt eiser aangewezen te zijn op het aanbod van de
Voedselbank. Hij stelt zich op het standpunt dat hij daar nauwelijks producten kan halen die
in zijn dieet passen. Eiser heeft daarom aangevoerd dat hij hoopt met een bedrag van € 70,-
per week genoeg geld te hebben voor zijn boodschappen.
4. Het college heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat de kosten voor een medisch dieet zich niet voordoen. Onder dieetkosten worden de meerkosten ten opzichte van de kosten van normale gezonde voeding verstaan, die voortvloeien uit het volgen van een (medisch noodzakelijk) dieet. Voor het vaststellen van de hoogte van meerkosten van het dieet wordt de Nibud prijslijst geraadpleegd. Diëten/aandoeningen die niet in de lijst zijn opgenomen, komen niet voor vergoeding in aanmerking. Een zoutarm dieet komt niet voor op het overzicht van het Nibud. Volgens het college is niet gebleken dat de kosten van eiser meer bedragen dan de boodschappen die hij normaal gesproken vanuit zijn WIA-uitkering moet betalen. Dat eiser geen gebruik meer kan maken van het aanbod van de Voedselbank maakt dit volgens het college niet anders. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat hij recht heeft op bijzondere bijstand. Individuele afstemming op grond van artikel 18, eerste lid, van de Participatiewet (PW) in de vorm van verhoging van de bijstand is slechts in zeer bijzondere omstandigheden aan de orde. Daar is volgens het college in het geval van eiser geen sprake van.
5. Eiser stelt zich op het standpunt dat het bestreden besluit niet zorgvuldig is voorbereid en genomen, omdat het niet duidelijk is op grond waarvan het college concludeert dat eiser zijn inkomen voldoende is om het voedsel te kunnen kopen dat hij nodig heeft. Vanwege ernstig hartfalen is een zoutarm dieet medisch noodzakelijk en krijgt eiser begeleiding van [praktijk] in [plaats] . De kosten van het dieet van eiser zijn hoger dan die van het dieet van een gezond persoon. Bovendien wordt eiser onredelijk zwaar benadeeld ten opzichte van personen die in een vergelijkbare (financiële) positie als eiser zitten en die wel gebruik kunnen maken van de Voedselbank. Hun bijstand wordt volgens eiser bij wijze van afstemming niet verlaagd. Eiser heeft daardoor maandelijks € 267,27 minder te besteden dan iemand die wel gebruik kan maken van de Voedselbank. Daarom heeft het college ten onrechte geen invulling gegeven aan artikel 18, eerste lid, van de PW.
Doen de kosten, waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd, zich voor?
6. Bij de toepassing van artikel 35, eerste lid, van de PW dient eerst te worden beoordeeld of de kosten, waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd, zich voordoen.Eiser dient daarvoor aannemelijk te maken dat de kosten, waarvoor bijzondere bijstand wordt aangevraagd, gemaakt worden. De rechtbank overweegt dat uit de door eiser in beroep ingezonden zogeheten ‘dieetbevestiging’ van [praktijk] van 23 november 2023 niet blijkt dat eiser een zoutarm dieet moet volgen. Er wordt hierin namelijk door de diëtist aangegeven dat eiser zich moet houden aan een dieet van fermenteerbare oligosachariden disachariden, monosachariden en polyolen beperkt (FODMAP) vanwege de aandoening prikkelbaredarmsyndroom. Daar komt bij dat eiser ook niet met stukken heeft onderbouwd welke levensmiddelen hij voor zijn zoutarme en gezonde dieet koopt of wil kopen en wat daarvan de kosten (zullen) zijn. De rechtbank heeft als gevolg daarvan niet kunnen vaststellen wat de meerkosten zijn van het volgens eiser voor zijn gezondheid benodigde zoutarme, gezonde en lactosevrije dieet. Het college heeft daarom terecht geen bijzondere bijstand verleend.
Is afstemming op zijn plaats?
7. Artikel 18, eerste lid, van de PW geeft inhoud aan het uitgangspunt van de PW dat de bijstand wordt afgestemd op de feitelijke behoeften in het individuele geval. Voor een dergelijke afstemming is volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep slechts plaats in zeer bijzondere situaties. Nu eiser een WIA-uitkering heeft, is afstemming in zijn situatie niet aan de orde.
8. Op zitting heeft de gemachtigde van het college bevestigd dat eiser voor de kosten van zijn medisch dieet voor de aandoening prikkelbaredarmsyndroom bijzondere bijstand kan ontvangen. De rechtbank geeft eiser daarom in overweging om bij het college een nieuwe aanvraag in te dienen voor bijzondere bijstand voor de kosten van dit dieet.