In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 augustus 2024 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2015. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Brabant Tilburg, heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen voor de duur van een jaar. De ouders van de minderjarige zijn belast met het ouderlijk gezag en hebben beiden ingestemd met de verlenging, waarbij de moeder geen mondelinge behandeling wenst en de vader zich niet verzet tegen het verzoek.
De kinderrechter heeft in haar beoordeling rekening gehouden met de situatie van de minderjarige, die klem zit tussen haar ouders, wat haar ontwikkeling en emotionele welzijn onder druk zet. Er zijn zorgen over haar identiteitsontwikkeling en haar schoolprestaties, die stagneren door spanningsklachten. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders onvoldoende in staat zijn om de zorgen over de minderjarige in een vrijwillig kader weg te nemen, en dat er nog steeds gronden zijn voor een verlenging van de ondertoezichtstelling.
De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling te verlengen van 9 september 2024 tot 9 september 2025, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, Baremans. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.