ECLI:NL:RBZWB:2024:631

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 januari 2024
Publicatiedatum
5 februari 2024
Zaaknummer
RK 23-025866
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag op personenauto en klaagschrift ongegrond verklaard

Op 22 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klaagschrift op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. De klager, geboren in 1990, had een klaagschrift ingediend tegen het beslag dat was gelegd op zijn personenauto, een Opel Corsa, omdat hij zonder geldig rijbewijs zou hebben gereden. Tijdens de behandeling in raadkamer op 8 januari 2024 werd de klager bijgestaan door zijn advocaat, mr. S. van de Voorde, en de officier van justitie, mr. R.S. Jacobs, was ook aanwezig.

De klager voerde aan dat hij geen strafbaar feit had gepleegd en dat hij in het bezit was van een geldig Belgisch rijbewijs. De raadsvrouw stelde dat er geen sprake was van recidive en dat het niet te verwachten was dat de strafrechter de auto later verbeurd zou verklaren. De officier van justitie daarentegen betoogde dat het beslag gehandhaafd moest blijven, gezien de eerdere veroordeling van de klager voor rijden zonder rijbewijs en de mogelijkheid dat de strafrechter de auto zou verbeurd verklaren.

De rechtbank oordeelde dat het beslag op de auto was gelegd op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering en dat het belang van strafvordering zich verzet tegen opheffing van het beslag. De rechtbank concludeerde dat er een redelijke verdenking bestond dat de strafrechter later de verbeurdverklaring van de auto zou bevelen. Daarom werd het klaagschrift ongegrond verklaard. De beslissing werd genomen door rechter mr. J.P.M. Hopmans, in aanwezigheid van griffier I.L. Bruijnooge, en is uitgesproken tijdens de openbare zitting op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
raadkamernummer : 23-025866
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klager] ,
geboren op [geboortedag] 1990 te [plaats] ,
woonplaats kiezend op het kantoor van mr. S. van de Voorde, advocaat te Middelburg (Damplein 3, 4331 GC Middelburg),
hierna te noemen: de klager, tevens beslagene.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 8 augustus 2023 onder klager in beslag is genomen: een personenauto Opel Corsa, [kenteken] ;
  • het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 12 oktober 2023 ter griffie van deze rechtbank;
  • het verweerschrift van het Openbaar Ministerie;
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Het klaagschrift is behandeld in raadkamer op 8 januari 2024. Gehoord zijn de officier van justitie, mr. R.S. Jacobs en klager bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. van de Voorde.
Het klaagschrift strekt tot opheffing van het gelegde beslag met last tot teruggave aan klager van de personenauto.
Tijdens de behandeling in raadkamer is namens klager aangevoerd dat hij geen strafbaar feit heeft gepleegd. De personenauto van klager is in beslag genomen omdat hij wederom zonder geldig rijbewijs zou hebben gereden. De raadsvrouw voert aan dat klager wel een geldig Belgisch rijbewijs heeft en op basis van het voorhanden zijnde dossier niet blijkt van recidive. Het is dan ook niet te verwachten dat de strafrechter later oordelend het geld verbeurd zal verklaren. De raadsvrouw verzoekt het klaagschrift gegrond te verklaren en te bepalen dat de personenauto terug wordt gegeven aan klager.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het beslag gehandhaafd moet worden.
De personenauto van klager is in beslag genomen omdat hij reed zonder geldig rijbewijs en er is sprake van recidive. Klager heeft op 27 december 2021 een strafbeschikking betaald in verband met een veroordeling rijden zonder rijbewijs. Het is niet onaannemelijk dat de strafrechter later oordelend de personenauto verbeurd zal verklaren. De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het klaagschrift ongegrond moet worden verklaard.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend en klager is ontvankelijk in het klaagschrift.
De rechtbank overweegt als volgt.
Het beslag op de personenauto, merk Opel Corsa, [kenteken] is gelegd op grond van artikel 94 Sv. De rechtbank dient na te gaan of het belang van strafvordering verlangt dat het beslag wordt voortgezet. Hiervan is sprake wanneer het in beslag houden van de goederen kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk voordeel aan te tonen dan wel wanneer niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen.
De rechtbank stelt voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechter niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingszaak te treden.
Onder klager is een personenauto in beslag genomen. De personenauto is in beslag genomen nadat klager is aangehouden, omdat hij ervan verdacht wordt te hebben gereden zonder geldig rijbewijs. Klager heeft aangevoerd dat hij wel over een geldig Belgisch rijbewijs beschikt. Echter, klager heeft op 27 december 2021 een strafbeschikking betaald omdat hij had gereden zonder geldig rijbewijs. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft klager verzuimd om aan te tonen dat hij wel over een geldig rijbewijs zou beschikken. Op basis van de thans voorhanden zijnde stukken is er sprake van een redelijke verdenking. Gelet op het huidige dossier, acht de rechtbank het op dit moment niet hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van de personenauto zal bevelen.
De rechtbank is van oordeel dat het belang van strafvordering zich verzet tegen opheffing van het beslag en teruggave van de in beslag personenauto, zodat het klaagschrift ongegrond moet worden verklaard.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart het klaagschrift ongegrond.
Deze beslissing is op 22 januari 2024 gegeven door mr. J.P.M. Hopmans, rechter, in tegenwoordigheid van I.L. Bruijnooge, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 januari 2024.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering.