ECLI:NL:RBZWB:2024:6246
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Beslissing over contact en verblijf van een uithuisgeplaatste minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter op 6 september 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de minderjarige, geboren in 2011, die uithuisgeplaatst is. De minderjarige heeft verzocht om meer contact met haar moeder en om weer bij haar moeder te kunnen wonen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds 22 oktober 2020 onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling (GI) en dat zij sinds 25 augustus 2023 in een jeugdhulpaanbieder verblijft. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 augustus 2024 is gebleken dat de GI heeft besloten dat de minderjarige weer bij haar moeder kan wonen, wat betekent dat haar verzoek om meer tijd met haar moeder door de GI is ingewilligd. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat de minderjarige, als minderjarige, niet zelfstandig een verzoek kan indienen, maar dat haar brief aan de kinderrechter als een informele rechtsingang wordt beschouwd. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er geen ambtshalve beslissing nodig is, omdat de wensen van de minderjarige inmiddels zijn vervuld. De kinderrechter heeft de minderjarige een brief gestuurd om haar te informeren over de uitkomst van de procedure en haar te bedanken voor haar initiatief om contact op te nemen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is geen ambtshalve beslissing genomen op de vragen van de minderjarige.