Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
zonder zich er voldoende van te vergewissen dat de weg achter hem, verdachte, vrij was en/of vrij zou blijven,
zijn motorrijtuig niet tot stilstand te brengen binnen de ruimte waarover verdachte de weg kon overzien en deze vrij was,
vanuit een oprit gelegen aan [woonadres] achteruit [naam straat] op te rijden, waarbij hij een regenpijp en enige erfafscheiding heeft geraakt, en
vervolgens, in plaats van te remmen/stoppen, gas te geven en te blijven geven en
door enige bosschages op de middenberm tussen de rijbaan en de fietsweg te rijden, en
op de aldaar achter gelegen fietsweg in aanrijding te komen met een zich aldaar bevindende
vervolgens nog enige afstand door te blijven rijden en
uiteindelijk tot stilstand te komen tegen een geparkeerd motorrijtuig op de
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) werd gedood.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
betreft waardoor een ander wordt gedood;
betaling van een geldboete van € 2.000,00;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
30 dagen.