ECLI:NL:RBZWB:2024:6213

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
6 september 2024
Zaaknummer
11139136 \ CV EXPL 24-1839
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Swaanen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident over ontvankelijkheid van eiser door verkeerde partijnaam in dagvaarding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 28 augustus 2024 een vonnis gewezen in een incident. De eiser, aangeduid als [eiser], heeft aangevoerd dat hij niet-ontvankelijk is omdat hij door de verkeerde partij is gedagvaard. De gedaagde, [verweerder], erkent dat zijn voornaam niet correct in de dagvaarding staat, maar stelt dat de eiser niet in zijn belangen is geschaad, omdat het voor de gedaagde voldoende kenbaar was wie de eisende partij feitelijk is. De kantonrechter oordeelt dat de vergissing in de naam kan worden hersteld, mits de gedaagde partij niet benadeeld is en de rectificatie tijdig plaatsvindt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eiser niet in zijn belangen is geschaad en heeft de rectificatie toegestaan, waardoor de gedaagde ontvankelijk is in zijn vordering. De proceskosten in het incident worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Tevens is een mondelinge behandeling bevolen om verdere inlichtingen te verkrijgen en de stellingen van partijen nader te onderbouwen. De mondelinge behandeling is gepland voor 25 september 2024, waarbij partijen in persoon aanwezig moeten zijn, bijgestaan door hun gemachtigden.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 11139136 \ CV EXPL 24-1839
Vonnis van 28 augustus 2024
in de zaak van
[verweerder],
wonende te [plaats] ,
eisende partij in de hoofdzaak,
verwerende partij in incident,
hierna te noemen: [verweerder] ,
gemachtigde: mr. C.G.A. Mattheussens,
tegen
[eiser],
wonende te [plaats] ,
gedaagde partij in de hoofdzaak,
eisende partij in het incident,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. N. Ligthart.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 22 mei 2024, met producties 1 t/m 3,
- de conclusie van antwoord, tevens incidentele conclusie inhoudende het verweer van niet-ontvankelijkheid, met producties 1 t/m 3,
- de conclusie van antwoord in incident, tevens akte houdende rectificatie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

In het incident
2.1.
[eiser] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [verweerder] . Hij voert hiertoe aan dat hij door de verkeerde partij is gedagvaard. [eiser] heeft geen overeenkomst gesloten met ‘ [voornaam eiser] [geslachtsnaam verweerder] ’, de naam die staat genoemd in de kop van de dagvaarding, maar met ‘ [voornaam en geslachtsnaam verweerder] ’.
2.2.
[verweerder] erkent dat zijn voornaam niet juist in de dagvaarding staat. [eiser] is daarbij echter niet in zijn belangen geschaad, omdat uit de dagvaarding volgt wie feitelijk de eisende partij is. Het verweer heeft op de juiste persoon betrekking. De kennelijke verschrijving leent zich daarom voor herstel, aldus [verweerder]
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

In het incident
3.1.
Tussen partijen is in geschil of [verweerder] ontvankelijk is in zijn vordering jegens [eiser] .
3.2.
Uit de rechtspraak blijkt dat het weleens voorkomt dat procedures worden gevoerd op naam van een andere persoon dan degene die het eigenlijk aangaat. In toenemende mate wordt het mogelijk geacht om zulke vergissingen lopende de procedure te herstellen mits de vergissing voor de gedaagde partij kenbaar was, de gedaagde partij niet wordt benadeeld of in zijn verdediging geschaad en rectificatie tijdig plaatsvindt [1] .
3.3.
Met [verweerder] is de kantonrechter van oordeel dat [eiser] niet in zijn belangen is geschaad. Het is voor [eiser] voldoende kenbaar wie de eisende partij feitelijk is, mede gelet op het in de hoofdzaak gevoerde verweer. Ook is tijdig om rectificatie verzocht door [verweerder] . De kantonrechter zal de rectificatie daarom toestaan, waardoor [verweerder] ontvankelijk is in zijn vordering jegens [eiser] . De rectificatie is tevens verwerkt bij de vermelding van de partijnamen in de kop van dit vonnis.
3.4.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten in het incident tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
In de hoofdzaak
3.5.
De kantonrechter zal een mondelinge behandeling bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen, partijen gelegenheid te geven hun stellingen nader te onderbouwen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
3.6.
De kantonrechter wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij op de mondelinge behandeling de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten.
3.7.
Indien een partij wenst dat de kantonrechter bij de beoordeling van het geschil rekening houdt met bijvoorbeeld brieven of andere schriftelijke stukken, dient zij deze uiterlijk tien dagen voordat de zitting plaatsvindt aan de kantonrechter en haar wederpartij toe te zenden.
3.8.
Op de mondelinge behandeling wordt aan de gemachtigden van partijen de gelegenheid geboden de juridische standpunten van partijen nader toe te lichten. Daarbij mag gebruik worden gemaakt van beknopte spreekaantekeningen. Uitgebreide mondelinge en schriftelijke uiteenzettingen zijn niet toegestaan.
3.9.
Tijdens of na de mondelinge behandeling kan de kantonrechter direct mondeling uitspraak doen.
3.10.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

De kantonrechter
In het incident
4.1.
verklaart [verweerder] ontvankelijk in zijn vordering,
4.2.
compenseert de proceskosten tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
In de hoofdzaak
4.3.
beveelt een mondelinge behandeling en verschijning van partijen waarbij zij in persoon aanwezig moeten zijn, bijgestaan door hun gemachtigden, voor het geven van inlichtingen, het nader onderbouwen van hun stellingen en het beproeven van een minnelijke regeling, door een nog aan te wijzen kantonrechter van deze rechtbank, in het gerechtsgebouw te Bergen op Zoom, Zuid-Oostsingel 41, op een door de kantonrechter vast te stellen datum en tijd,
4.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 25 september 2024voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun gemachtigden in de maanden
oktober 2024tot en met
mei 2025, waarna dag en uur van de mondelinge behandeling zullen worden bepaald,
4.5.
bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de kantonrechter het tijdstip van de mondelinge behandeling zelfstandig zal bepalen,
4.6.
bepaalt dat na de vaststelling van het tijdstip van de mondelinge behandeling dit in beginsel niet zal worden gewijzigd,
4.7.
wijst partijen erop, dat voor de mondelinge behandeling
90 minutenzal worden uitgetrokken,
4.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Swaanen en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2024.

Voetnoten

1.HR 4 december 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2798.