ECLI:NL:RBZWB:2024:6207
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- S. Hindriks
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake sluiting loods op grond van de Opiumwet
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die bezwaar heeft gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van Steenbergen. Dit besluit, genomen op 26 juli 2024, houdt in dat de loods en het bijbehorende erf aan de [adres] te [plaats] per 3 augustus 2024 voor een periode van twee maanden gesloten worden op basis van artikel 13b van de Opiumwet. Verzoeker stelt dat hij door deze sluiting niet kan werken en daardoor klanten verliest, wat leidt tot een financieel belang.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 26 augustus 2024 behandeld, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de burgemeester en zijn vertegenwoordiger. De burgemeester heeft verklaard dat de uitvoering van het besluit wordt opgeschort tot een week na de uitspraak van de voorzieningenrechter. De voorzieningenrechter overweegt dat een financieel belang op zichzelf onvoldoende is voor het treffen van een voorlopige voorziening, tenzij er sprake is van een financiële noodsituatie of bedreiging van de continuïteit van de onderneming.
In dit geval is de voorzieningenrechter van oordeel dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in een financiële noodsituatie verkeert of dat de continuïteit van zijn onderneming in gevaar is. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, zonder aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. S. Hindriks en is openbaar uitgesproken op 5 september 2024.