Op 5 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 26 september 2023 in Breda, waar de verdachte, onder invloed van alcohol, het slachtoffer een klap in het gezicht gaf. Dit leidde tot ernstig letsel, waaronder hersenletsel en een kaakbreuk, waardoor het slachtoffer buiten bewustzijn raakte en langdurig in het ziekenhuis moest verblijven.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de mishandeling. De officier van justitie had een gevangenisstraf van twee maanden geëist, waarvan een maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De verdediging pleitte voor een taakstraf, maar de rechtbank oordeelde dat de ernst van het feit en de impact op het slachtoffer en zijn omgeving een zwaardere straf rechtvaardigden.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, waarvan één maand voorwaardelijk. Daarnaast is de verdachte verplicht om een schadevergoeding van € 4.915,-- te betalen aan het slachtoffer, bestaande uit materiële en immateriële schade. De rechtbank heeft ook de benadeelde partij in een deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaard, met de mogelijkheid om dit bij de burgerlijke rechter aan te brengen. De uitspraak benadrukt de ernst van geweldsmisdrijven en de gevolgen daarvan voor slachtoffers en hun naasten.