ECLI:NL:RBZWB:2024:6173

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 september 2024
Publicatiedatum
4 september 2024
Zaaknummer
02-024327-24
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis en heroverweging plaatsingsbeslissing van een jonge verdachte

Op 3 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beslissing genomen op een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van een verdachte, geboren in 2005. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat het dubbel-PO niet op korte termijn gereed zal zijn. De rechtbank heeft de officier van justitie opdracht gegeven om de reclassering te laten rapporteren over de mogelijkheden van een eventuele schorsing onder voorwaarden, waarbij ook elektronische monitoring en huisarrest in overweging moeten worden genomen. De rapportage van de reclassering wordt verwacht op 25 september 2024.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte recentelijk is overgeplaatst van een forensisch centrum naar een Justitieel Complex. Dit heeft geleid tot vragen over de toepasselijkheid van het volwassenenstrafrecht, gezien de jonge leeftijd van de verdachte. De rechtbank heeft met verbazing kennisgenomen van de plaatsingsbeslissing en vraagt de officier van justitie om deze beslissing zo spoedig mogelijk te heroverwegen. De rechtbank is van mening dat de plaatsingsbeslissing niet recht doet aan de positie van de verdachte.

De beslissing om het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af te wijzen is genomen in de raadkamer, waarbij de rechtbank de belangen van de verdachte en de noodzaak van een zorgvuldige beoordeling van de situatie in acht heeft genomen.

Uitspraak

Beslissing

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
parketnummer :02-024327-24
beslissing op verzoek schorsing van de voorlopige hechtenis van de raadkamer van 3
september 2024 (artikel 80 Wetboek van Strafvordering)
in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 2005 te [geboorteplaats] .
Inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen:
[adres] .
Nu gedetineerd in Justitieel Complex [plaats 1] .
Raadsvrouw mr. J T. Brassé.

Procedure

Op 28 augustus 2024 is op de griffie van de rechtbank een verzoekschrift ingekomen (lat
strekt tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafdossier en heeft de officier van justitie, de
verdachte en de raadsvrouw gehoord.

Beoordeling

De rechtbank heeft ter zitting van 2 augustus 2024 vastgesteld dat het dubbel-PO niet op
korte termijn gereed zal zijn. De uitkomsten van dat onderzoek zijn noodzakelijk om meer
zicht te krijgen op de persoon van verdachte. Mede gelet hierop en de jonge leeftijd van
verdachte heeft de rechtbank opdracht gegeven aan de officier van justitie om de
reclassering te laten rapporteren over de (on)mogelijkheden van een eventuele schorsing
(onder voorwaarden) van de voorlopige hechtenis. De mogelijkheden van elektronische
monitoring en huisarrest moeten in het rapport van de reclassering worden betrokken.
De rechtbank stelt vast dat genoemde rapportage naar verwachting op 25 september
aanstaande beschikbaar zal zijn. Dit betekent dat de rechtbank vooralsnog niet ziet hoe het
recidiverisico met het stellen van voorwaarden tot een voor de maatschappij aanvaardbaar
niveau kan worden teruggebracht. De reclasseringsrapportage moet worden afgewacht. Dit
is aanleiding om het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af te wijzen.
Ter zitting is gebleken dat verdachte bij een plaatsingsbeslissing van 26 augustus 2024
vanuit [forensisch centrum] te [plaats 2] is overgeplaatst naar het Justitieel
Complex [plaats 1] . Dit is voor de rechtbank aanleiding tot het volgende. Destijds is besloten
tot plaatsing van verdachte in [forensisch centrum] . Het staat niet vast of het volwassenenstrafrecht
van toepassing zal zijn. Het gaat om een net 19-jarige verdachte. Naar de rechtbank begrijpt
heeft het openbaar ministerie in de betreffende overweging van de reclassering in het
rapport van 19 februari 2024 aanleiding gezien inmiddels van opvatting te zijn dat het
volwassenenstrafrecht van toepassing is en dit is kenbaar gemaakt aan de
selectiefunctionaris van het ministerie. Dit heeft geleid tot genoemde plaatsingsbeslissing.
De rechtbank is door deze gang van zaken verrast en heeft met verbazing kennis genomen
van de overplaatsing van verdachte. Gelet op de overwegingen van de rechtbank ter zitting
van 2 augustus 2024 is de plaatsingsbeslissing voor de rechtbank niet te begrijpen. Naar het
oordeel van de rechtbank doet de beslissing geen recht aan de positie van verdachte. De
rechtbank vraagt de officier van justitie dan ook het er toe te leiden dat de
plaatsingsbeslissing van 26 augustus 2024 zo spoedig mogelijk wordt heroverwogen.

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af.
Deze beslissing is gegeven in raadkamer van deze rechtbank op 3 september 2024 door:
mr. G.H. Nomes, voorzitter,
mr. H.H. Skalonjic en rnr. J.P.E. Mullers, rechters,
in tegenwoordigheid van J.A. de Visser-Koster, griffier.