ECLI:NL:RBZWB:2024:6132
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de verleende vergunning voor tijdelijke grafbedekking
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de verleende vergunning voor het plaatsen van een tijdelijke grafbedekking op het graf van haar zoon. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen had op 7 april 2023 het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard en de vergunning gehandhaafd. Tijdens de zitting op 27 augustus 2024 heeft eiseres aangevoerd dat zij geen vergunning nodig had voor het plaatsen van een schilderij op het graf van haar overleden zoon.
De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiseres geen procesbelang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep, omdat er inmiddels een definitief monument op het graf is geplaatst. Het college heeft hiervoor een vergunning verleend zonder dat leges betaald hoefden te worden. De rechtbank oordeelt dat er geen actueel en reëel belang meer is bij de uitkomst van de procedure, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De rechtbank benadrukt dat de rechter geen uitspraak kan doen op basis van uitsluitend principiële redenen. Eiseres kan desgewenst haar beklag doen bij de ombudsman of een klacht indienen bij het college. De beslissing van de rechtbank is dat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.