ECLI:NL:RBZWB:2024:6101
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenveroordeling na intrekking beroep tegen besluit Sociale Verzekeringsbank
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoekster om een veroordeling van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) in de proceskosten. Verzoekster heeft dit verzoek gedaan bij de intrekking van haar beroep tegen het besluit van de Svb van 12 augustus 2022, waarin het bezwaar van verzoekster ongegrond werd verklaard. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen de verhoging van het bedrag dat de Svb maandelijks inhoudt op haar uitkering ter verrekening van een vordering die de Svb op verzoekster heeft. De rechtbank heeft de Svb in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om veroordeling in de proceskosten, maar de Svb heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe. De rechtbank legt uit dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, de bestuursrechter op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. De rechtbank concludeert dat de Svb geheel aan verzoekster is tegemoetgekomen door het bedrag dat maandelijks wordt ingehouden op de uitkering van verzoekster te beperken. De rechtbank veroordeelt de Svb tot betaling van € 1.773,86 aan proceskosten aan verzoekster, inclusief reiskosten en griffierecht.
De uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Constant, griffier, op 30 augustus 2024. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de partijen. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.